Buitenland

Libanon en Syrië hebben samen nog een lange weg te gaan

De Libanezen zijn tot op het bot verdeeld over de rol die buurland Syrië dient te spelen. Het Libanese leger heeft de handen vol met het oppakken van verdachten van aanslagen na het tweedaagse bezoek van de Libanese president Michel Suleiman aan zijn Syrische ambtsgenoot Bashar al-Assad vorige week.

Arthur Blok
21 August 2008 11:59Gewijzigd op 14 November 2020 06:15

De twee presidenten spraken vorige week af om na 65 jaar voor het eerst diplomatieke betrekkingen met elkaar aan te gaan en een aantal andere cruciale zaken op te lossen. In Libanon reageert men vooral sceptisch, maar is Damascus lijkt men zeer serieus.In plaats van een nationale jubelstemming na het uitrollen van de rode loper voor Suleiman in de Syrische hoofdstad Damascus, werd het bezoek vorige week woensdag op, de eerste dag, overschaduwd door een bomaanslag in de Libanese noordelijke havenstad Tripoli. Veertien mensen kwamen daarbij om het leven, tientallen mensen raakten gewond. Dinsdagochtend werd een persoon gearresteerd die toegaf vorige week granaten in een woonwijk te hebben laten ontploffen.

Dat de Libanezen verdeeld zijn over de betrekkingen met Syrië, bleek vorige week in het nationale parlement. Na twee jaar werd daar voor het eerst weer eens vergaderd. Het regeerakkoord van de onlangs gevormde Libanese regering van nationale eenheid zorgde voor een fel debat, dat maar liefst drie dagen duurde. Naast de rol van Syrië domineerde de toekomst van de wapens van de Hezbollahmilitie het debat.

Zondag keurde het Libanese kabinet van premier Fuad Saniora de door Suleiman gemaakte afspraken goed. Een aantal pro-Syrische ministers in het kabinet van nationale eenheid hekelde de manier waarop hun anti-Syrische collega’s de media bespelen. Volgens hen is alle negatieve aandacht van de afgelopen periode slecht voor de relatie tussen beide landen.

De uiterst kritische houding van de anti-Syrische media is wel begrijpelijk. Libanon heeft namelijk lang op erkenning van Syrië moeten wachten. Het land, dat in 1943 de onafhankelijkheid van Frankrijk uitriep, werd door Syrië altijd gezien als een soort afvallige provincie. Aan het begin van de burgeroorlog in 1975 werden Syrische troepen uitgenodigd de strijdende partijen uit elkaar te houden, een kleine dertig jaar later zou de laatste Syrische militair pas vertrekken na de aanslag op de Libanese oud-premier Hariri. In de tussenliggende periode werd Libanon door het buurland onder druk gezet.Damascus trok in 2005 zijn troepen terug en bij de verkiezingen in de zomer van 2005 namen de anti-Syrische partijen het roer over. Deze haast onmogelijke verschuiving is te danken aan een evenzo onmogelijke coalitie van onder meer christelijke en soennitische partijen. Deze winst werd met veel pijn en moeite geaccepteerd door de eens zo machtige pro-Syrische stromingen in het land. Toch kostte het letterlijk nog veel strijd met Hezbollah om tot een regering van nationale eenheid te komen. De Syrische president Bashar al-Assad beloofde vorige maand -na druk vanuit Frankrijk- dat zijn land volledige diplomatieke banden met Beiroet zou aanknopen. Assad lijkt zich nu aan zijn woord te houden, want de ministeries van Buitenlandse Zaken van beide landen hebben al opdracht gekregen ambassades op te zetten.

Toch zijn er nog diverse andere zaken die dienen te worden opgelost. Zo werd na afloop van de burgeroorlog een verdrag gesloten dat de „vriendschap en samenwerking” van de twee landen onderstreepte en diende te versterken. Maar de overeenkomst werkte vooral in het voordeel van de Syriërs. Ook werd er in de jaren negentig van de vorige eeuw een gemeenschappelijke Syrisch-Libanese raad opgericht. Het anti-Syrische kamp ziet deze twee zaken als intimiderend en wil ervan af. Dit lijkt voorlopig niet te gebeuren.

Eveneens belangrijk is de demarcatie van de precieze grens tussen de twee landen. Al decennialang bestaat hierover onduidelijkheid. Nadat Israël zich in mei 2000 uit het zuiden van Libanon had teruggetrokken, behield het een legerpost in de zogenaamde boerderijen van Shebaa en enkele omliggende heuvels. Volgens Israël is het gebied onderdeel van de Syrische Golanhoogvlakte, volgens Hezbollah vormt het een onderdeel van Libanon en het hoofdargument voor de militie om de wapens te houden. Syrië heeft tot nu toe geweigerd een document op te stellen, waaruit blijkt dat de nederzetting Libanees is. Op de tweede dag van de top werd al snel duidelijk dat Assad bij dit standpunt blijft: hij wil eerst terugtrekking van alle Israëlische troepen uit de Golanhoogvlakte. De rest van de grens wil hij wel officieel vastleggen.

Een ander cruciaal agendapunt is het lot van honderden sinds de burgeroorlog en de jaren negentig vermiste Libanezen. Van tientallen van hen wordt verondersteld dat ze in Syrië achter de tralies zitten. Het gros van de gedetineerden is zonder enig proces opgesloten vanwege misdaden als het steunen van de verkeerde partij of het maken van een verkeerde opmerking bij een controlepost van het Syrische leger. Vorige maand werd afgesproken dat er een gezamenlijk comité wordt opgericht om dit probleem op te lossen. Dit werd tijdens de top nog eens bekrachtigd.

Maandag ontving de Libanese minister van Buitenlandse Zaken een lijst van zijn Syrische collega met daarop ruim honderd namen van Libanezen in Syrische gevangenissen. Op hetzelfde moment werd een document overlegd met namen van Syriërs die in Libanon worden vermist. Libanezen hopen dat de zaak de komende weken kan worden opgelost.

Het voornaamste punt van winst van de historische tweedaagse Syrisch-Libanese top is dat er na tientallen jaren van scheve verhoudingen en een totale bevriezing van alle contacten eindelijk het fundament is gelegd voor een normale relatie tussen de twee staten. Maar veel meer dan dat is het vooralsnog niet.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer