Groeiende aandacht voor theoloog Owen
De aandacht voor de theoloog John Owen (1616-1683) neemt toe. Een bewijs daarvan is de conferentie die dinsdag in de Engelse universiteitsstad Cambridge begon. Westminster College heeft de conferentie ”John Owen Today” (John Owen vandaag) georganiseerd om de betekenis van Owen voor de theologie van de 21e eeuw na te gaan.
De conferentie is van internationale allure. De sprekers en deelnemers zijn niet alleen afkomstig uit Groot-Brittannië, Ierland, Zweden, Nederland, Duitsland en Amerika, maar ook uit Japan, Zuid-Korea, Australië en Nieuw-Zeeland. Behalve een negental hoofdlezingen zijn er elf kortere referaten van deelnemers, zogenoemde ”short papers”.Het programma maakt duidelijk dat de aandacht voor Owen niet beperkt blijft tot zijn puritanisme. Daarmee sluit de conferentie aan bij een algemene trend van de laatste tijd. De interesse voor Owen is nooit weg geweest, maar richtte zich gedurende de 19e en de 20e eeuw op zijn bevindelijke werken. De opleving in de aandacht voor Owen sinds ongeveer 1950 sloot hierbij aan en beperkte zich vooral tot zijn visie op de heilsleer en zijn nadruk op heiliging en vroomheid.
De laatste jaren vragen meerdere auteurs echter aandacht voor de veel bredere context van Owen. Hij was niet alleen gereformeerd, maar ook katholiek; niet alleen scholastisch, maar ook humanistisch geschoold. Vooral de Amerikaanse theoloog Carl Trueman (die door privéomstandigheden verhinderd is om de conferentie bij te wonen) heeft onophoudelijk benadrukt dat Owen meer is dan alleen een bevindelijk theoloog. Zijn kennis en betekenis geven Owen een plaats onder de grote theologen van het christendom, aldus Trueman.
Drieverbondenleer
Het conferentieprogramma geeft blijk van deze verbrede aandacht. Een scala aan onderwerpen passeerde de afgelopen dagen de revue. Dr. W. J. van Asselt (Utrecht) vergeleek dinsdagmiddag Owens verbondstheologie met die van de Nederlandse theoloog Coccejus en constateerde opmerkelijke overeenkomsten. Beiden benadrukten volgens hem dat het verbond der genade niet met het verbond der verlossing van eeuwigheid (”pactum salutis”) kan worden gelijkgesteld. Het genadeverbond is een verbond tussen God en de mens dat in een door de Geest gewerkte gewilligheid wordt aangegaan: „Voor de drieverbondenleer kun je bij Owen en Coccejus terecht.” Dr. Van Asselt ziet in Owens visie aanzetten voor een relationele gereformeerde theologie vandaag.
Gisteren was veel plaats ingeruimd voor de short papers van een aantal deelnemers. Zo analyseerde Peter M. Head Owens visie op de integriteit van de Griekse tekst van het Nieuwe Testament. Martin Foord stelde de vraag hoe Owen dacht over het aanbod van genade: is het welgemeend of niet? Hij analyseerde de ontwikkeling in de uitleg van Ezechiël 18:23 en 32 van Calvijn tot aan Owen. Volgens Owen verwijst in deze teksten de wil van God naar Gods gebod. Foord concludeerde op grond hiervan dat Owen weliswaar stelde dat het aanbod van genade tot allen kwam, maar hij niet meer kon staande houden dat God de zaligheid van alle mensen wilde.
Filosofie en christologie
Prof. Sebastian Rehnmann, hoogleraar in de Noorse stad Stavanger, sprak over de verhouding van geloof en rede in Owens theologie. Volgens hem nam Owen een tussenpositie in tussen fideïsme enerzijds en rationalisme anderzijds. De gelovige behoeft geen filosoof te zijn om te kunnen geloven in hetgeen God in Zijn Woord openbaart, maar een theoloog kan niet zonder grondige kennis van de filosofie, om zodoende in staat te zijn tegenwerpingen te beantwoorden en aanvechtingen het hoofd te bieden.
Gisteravond besprak de Londense predikant Alan Spence de betekenis van Owen voor het moderne debat over de christologie. Hij betoogde dat Owens nadruk op de plaats van de Heilige Geest in het leven van Jezus een onmisbare uitwerking en uitleg verschaft van het oudchristelijke dogma van de tweenaturenleer van Christus. Om zowel Christus’ goddelijke als Zijn menselijke natuur te handhaven, mag de leer aangaande Christus niet worden losgemaakt van de leer betreffende de Heilige Geest. Deze positie van Owen zou in het huidige christologische debat nieuwe perspectieven kunnen bieden. Het socinianisme dat Owen had te bestrijden, toont namelijk opvallende overeenkomsten met veel historisch-kritisch onderzoek naar de historische Jezus, aldus Spence.