Jehova’s Getuigen in Oezbekistan bevreesd
Jehova’s Getuigen in Oezbekistan vrezen een massacampagne tegen hun geloofsgemeenschap. „Wij worden gecriminaliseerd.”
Een politieofficier werd gebeld door het Keston Instituut uit Oxford toen hij bezig was met een inval in een conventikel van Jehova’s Getuigen. De man weigerde te zeggen waarom hij de inval zonder vergunning van de autoriteiten ondernam. De politieman verliet daarop in allerijl de bijeenkomst, met achterlating van de religieuze literatuur die hij in beslag had willen nemen, zo bleek uit navraag bij de Jehova’s getuige die het Instituut had getipt.
Vorige week vond ook een hoorzitting plaats in Tasjkent tegen Marat Mudarisov. Het hof weigerde in te gaan op het herhaalde verzoek van de advocaat om speciale audio- en videoapparatuur in de zaal aan te brengen. De apparatuur was gefinancierd door de ambassade van Groot-Brittannië.
Een leider van de Jehova’s Getuigen in Centraal-Azië is er stellig van overtuigd dat de autoriteiten in Oezbekistan een „massacampagne” hebben gelanceerd tegen hun geloofsgemeenschap. „Letterlijk elke dag ontvangen we berichten uit alle regio’s over willekeurige acties van de autoriteiten”, zegt Anatoly Melnik, lid van het centrale orgaan van de Jehova’s Getuigen in het aangrenzende Kazachstan. „Het is niet moeilijk veel meer van dit soort gevallen te noemen. Het lijkt erop dat de autoriteiten besloten hebben zich niet te beperken in het tegenwerken van onze medegelovigen. Ze worden als criminelen behandeld.”