Lastige gesprekken binnen relaties
Titel: ”Nou moet je eens goed naar me luisteren. Hoe voer je gesprekken die je liever vermijdt?”
Auteur: Henry Cloud en John Townsend; vert. Dorienke de Vries
Uitgeverij: Boekencentrum, Zoetermeer, 2008
ISBN 978 90 239 2270 4
Pagina’s: 255
Prijs: € 17,50.
Het belang van assertiviteit is groot. In elke therapie of training wordt het benadrukt. Laat anderen niet raden naar wat voor jou belangrijk is, maar zeg het! En zeg het op een duidelijke, maar ook respectvolle manier. Hoe belangrijk deze vaardigheid ook is, er zijn nog niet zo heel veel goede christelijke boeken over geschreven. Het is daarom een goed idee geweest van uitgeverij Boekencentrum een Amerikaans assertiviteitsboek te vertalen. ”Nou moet je eens goed naar me luisteren” is niet zomaar een assertiviteitsboek. Het gaat heel specifiek over het voeren van lastige gesprekken binnen een relatie. Wat te doen wanneer je man of vrouw dingen doet die de relatie in gevaar kunnen brengen? Je man besteedt weinig tijd aan het gezin en je accepteert dat niet langer. Of je vrouw geeft te veel geld uit en je wilt daar een serieus gesprek over hebben.
De auteurs zijn beiden klinisch psycholoog en als zodanig deskundig op het vlak van de menselijke geest. Het boek ontstijgt daarmee een bepaalde oppervlakkigheid die Amerikaanse boeken soms eigen is. Een sterk punt is dat het boek gereedschap aanreikt waarmee je zelf je relatie kunt verbeteren, zelfs wanneer de partner niet wil meedoen. Het is een hefboom voor verandering, die je alleen bedienen kunt. Of, zoals het in een van de vele kadertjes staat omschreven: „Verandering is mogelijk als de persoon die lijdt onder het probleem het initiatief neemt om er iets aan te doen.”
Zo’n eerste stap, luidt het dan, is in veel gevallen een gesprek, een directe confrontatie met de persoon in kwestie. Maar hoe doe je dat? Een belangrijk uitgangspunt is de tweeslag waarheid en verbondenheid. Die moeten beide aanwezig zijn. Wie de waarheid uit het oog verliest, is niet meer eerlijk tegen de ander. Hij of zij draait om de hete brij heen. Wie de verbondenheid niet voldoende in het vizier houdt, confronteert de ander al snel op een te felle of liefdeloze manier. De auteurs verwijzen hierbij onder andere naar Psalm 85.
Een goed gesprek, zo stellen de auteurs, staat of valt met emotionele betrokkenheid. Dat betekent dat we contact hebben met ons eigen gevoel en met dat van de ander. Confrontatie vraagt een toon van hartelijkheid en niet van boosheid of afstandelijkheid. Maak er ook geen preek van. Gun de ander zijn weerwoord. Spreek vanuit je eigen behoefte. „Het is belangrijk voor me dat je meer energie in onze relatie steekt, anders kan ik niet met je verder” is beter dan „Je moet meer energie in me steken.”
Voorbereiding
Het boek is opgebouwd uit vijf delen. Eerst wordt in twee delen uiteengezet wat het belang is van een goed gesprek en wat de kenmerken ervan zijn. In het derde deel komt de praktische uitvoering aan de orde. Naast algemene richtlijnen als: „Wees duidelijk en concreet” geven de auteurs adviezen over de juiste toon. Praat niet vanuit een ouderrol: „Je moet je schamen over de manier waarop je…” Ga ook niet naar het emotionele niveau van een kind: „Sorry, wees alsjeblieft niet boos…” Zorg voor een volwassen benadering van de ander. Kenmerk daarvan is dat je op je standpunt blijft staan zonder aanvallend of veroordelend over te komen.
Het vierde deel van het boek besteedt aandacht aan de voorbereiding van zo’n confronterend gesprek. Na alle reeds gegeven tips lijkt dit deel op de verkeerde plaats te staan. Wie bij dit deel is aanbeland, is immers al stevig voorbereid. Het zal de klinische ervaring van de schrijvers zijn die hen zo grondig te werk doet gaan. Ze weten uit de praktijk waarop goedbedoelde gesprekken kunnen vastlopen. Vandaar dat ze nog eens de puntjes op de i zetten. Met een beroep op Leviticus 19:17 geven de auteurs aan dat je iemand ter verantwoording moet roepen wanneer hij iets doet wat jij niet wilt. Dat is beter dan haat of wrok te koesteren. Nog een stap verder: de mate waarin je iemand toestaat iets te doen waar je een hekel aan hebt is de mate waarin je zelf voor dat probleem verantwoordelijk bent!
Belangrijk is de vraag waarom je de ander wilt confronteren. Is dat om wraak te nemen? Is het om je op de ander af te reageren? Is het om een ander op te zadelen met schuldgevoelens? Of denk je op die manier je emoties te verwerken? Dat zijn verkeerde motieven. Misschien ben je nog wel eerlijk, maar zeker niet meer ”genadig”. Een goed motief is bijvoorbeeld als je paal en perk wilt stellen aan iets wat niet goed voor je is, zodat je niet langer gekwetst wordt, of het willen doorbreken van een destructief patroon, of het kenbaar maken van je wensen of verwachtingen.
In het laatste deel worden allerlei andere toepassingen van de behandelde gesprekstechnieken besproken. Want zo’n stevig gesprek kan ook nodig zijn met vrienden, ouders, kinderen, collega’s of je baas. Wie in zijn persoonlijk leven confrontaties uit de weg gaat, doet dat ook in de werksituatie. Terecht dus dat ook daarover adviezen worden gegeven.
Vertaling
Er wordt regelmatig, maar zeker niet overdadig verwezen naar Bijbelteksten. Het gebruik ervan is functioneel en zelden gekunsteld. De vertaling uit het Engels door Dorienke de Vries verdient een compliment, want het boek leest alsof het oorspronkelijk in het Nederlands is geschreven. Geen krom lopende zinnen dus. Een beetje storend is het feit dat de auteurs bij elke anekdote steeds vermelden van wie van hen deze afkomstig is, van Henry of van John. Al met al een praktisch assertiviteitsboek voor ieder die op eerlijke, maar ook liefdevolle wijze bepaalde zaken in zijn of haar relatie aan de orde wil stellen.