Dat zei Mat Herben, LPF-fractievoorzitter in de Tweede Kamer, maandagmorgen naar aanleiding van de beroepszaak van twee Nederlandse vliegtuigspotters in de Zuid-Griekse havenstad Kalamata. Het proces zou om 9.00 uur beginnen, maar werd uitgesteld tot maandagmiddag 16.00 uur.

De groep vliegtuigspotters werd op verdenking van spionage in november vorig jaar bij een militair vliegveld gearresteerd. In april veroordeelde de Griekse rechter de twee Nederlanders, Patrick Dirksen en Frank Mink, ieder tot drie jaar cel.

Herben zou maandag in het proces optreden als getuige-deskundige. De vice-voorzitter van de vaste kamercommissie voor defensie en oud-spotter is door de advocaat van Mink en Dirksen benaderd. „We zijn hier om die jongens vrij te pleiten”, aldus de LPF’er. „Het was absoluut geen spionage, eerder een bezoek van vrienden aan een bevriend land.”

De LPF-fractievoorzitter wil de rechter uitleggen dat vliegtuigspotten in Nederland heel normaal is en dat er zelfs voorzieningen voor zijn. De zaak kan volgens Herben politieke consequenties hebben. „Het is onbestaanbaar dat de rechtstelsels in de verschillende landen van Europa uiteenlopen, terwijl we in de landbouw alles harmoniseren en met de euro één munt hebben. Hoe moet dat als er straks tien landen bijkomen waar het met de rechtstelsels helemaal een puinhoop is?”

Binnenkort behandelt de Kamer het Europees aanhoudingsbevel. Dat moet op 1 maart 2003 ingaan en regelt dat burgers van de verschillende lidstaten onderling aangehouden en uitgewisseld kunnen worden. „Dan ga je naar Estland, Letland of Litouwen”, aldus Herben. „Wij proberen die regeling tegen te houden.” Volgens de VVD’er Toine Manders, lid van het Europees Parlement en ook aanwezig in Kalamata, is het al te laat. „Europa is akkoord en de Nederlandse regering ook.”