Kerk & religie

Naamchristenen

„Van toen af gingen velen Zijner discipelen terug…”

15 August 2008 20:03Gewijzigd op 14 November 2020 06:14

Johannes 6:66Als Christus tegen u zou zeggen dat er onder u zullen zijn die niet zullen geloven, zou dat voor u een reden zijn om heen te gaan? Nee toch, dit moest voor u een reden zijn om u aan te zetten tot zelfonderzoek. En was u nog onbloot van dat ware geloof, och u had de ware Leidsman bij u. Had u het van Hem begeerd, Hij zou het u gegeven hebben.

Zie dan in deze naamchristenen een klare afbeelding van die mensen die boos zijn als ze bestraft worden en zeggen: Spreek tot ons zachte dingen. Mensen die wel horen willen als er in het algemeen gesproken wordt. Zij worden echter wrevelig als het hun in het bijzonder raakt en als het gesprek tot hen gericht is en men hen onder het oog brengt wat nog ontbreekt. Dan veracht men die die zo tot hen spreekt en men keert zich van hem af.

Dit weggaan van deze naamchristenen gaf aan Jezus de gelegenheid om aan Zijn eigen discipelen de proefvraag te stellen die Petrus uit aller naam heeft beantwoord. Het waren er maar twaalf die bij Jezus bleven. Jezus noemde hen een klein kuddeke. Onder hen was nog een Judas, die Jezus ontmaskerde aan het einde. Er is ook kaf onder het koren, want velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren.

Cornelis van Vollenhoven

(”De waarheid in het binnenste”, 1759)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer