Rijksadviseur: Grotere rol voor landschap
Het landschap zou een veel beslissender rol moeten krijgen bij allerlei ruimtelijke beslissingen die worden genomen.
Tel de projectjes op en kijk naar de impact ervan. Je ziet eigenlijk alleen dat ruimte wordt opgeconsumeerd. Echt grote, groene investeringen, zoals destijds het Amsterdamse Bos, zijn er niet meer, vindt Yttje Feddes, vanaf 15 augustus rijksadviseur voor het landschap.Feddes volgt Dirk Sijmons op, die in 2004 de functie als eerste vervulde. Na vier jaar pionieren neemt ze het stokje over in een tijd met discussies over de plaatsing van windmolens en megastallen. Twee zaken waar ze zeker naar wil kijken.
„Het is denk ik onterecht dat gemeenten aan de slag moeten met de megastallen. Plannen van acht jaar geleden gingen over 2000 tot 3000 varkens en wilden de gezinsbedrijven in het landschap houden. Inmiddels gaat het om beduidend meer dieren en zijn het lang niet altijd meer gezinsbedrijven. Dat rechtvaardigt dat er opnieuw naar wordt gekeken en het vraagt ook meer regie van de overheid.”
Nuttige functie
Volgens Feddes heeft Sijmons al bewezen dat de functie van rijksadviseur nut heeft. „Zijn advies om geen bedrijventerrein in de Hoeksche Waard aan te leggen omdat er elders voldoende alternatieven zijn, gaf denk ik de doorslag in de al jaren durende politieke discussie. Wij kijken als ontwerpers naar oplossingen, soms wat radicaler dan beleidsmakers, maar ook wat consequenter. Dat kan soms een zetje geven.”
Ook het Groene Hart, het kassengebied in het Westland, groen in de naoorlogse wijken en de gevolgen van de klimaatverandering hebben haar aandacht. En de bedrijventerreinen komen waarschijnlijk ook weer terug, denkt Feddes.
Ze wil mensen op een andere manier naar hun omgeving laten kijken, bijvoorbeeld naar het Groene Hart. „Nu is dat vooral een planologisch begrip. Het is een open gebied waar alle steden naar kijken en er is beleid om het opknabbelen tegen te gaan. Ik zou hier graag een zone zien waar de natuur meer kans krijgt, terwijl ook mensen ervan kunnen genieten. Ook de melkveehouderijen moeten er een plaats krijgen en er moet ruimte komen voor waterberging. Door een landschappelijke verbinding te maken tussen de Biesbosch en het IJmeer verstevig je het Deltalandschap. En als er zo’n gemeenschappelijk perspectief is, werkt het makkelijker.”
Windmolenparken
Feddes vervolgt: „Het is ook zinvol eens in beeld te brengen wat er gebeurt als 26 gemeenten in Friesland elk hun eigen park met grote windturbines neerzetten. Dat maakt de opgave waar we voor staan wel duidelijk. Je laat zien wat er aan de hand is en praktijkgerichte adviezen maken de discussie minder abstract.”
Ze gaat aan de slag, wetende dat minister Verburg (Landbouw) meer dan voorheen gebruik wil maken van de mogelijkheid advies te vragen van de rijksadviseur voor het landschap. „Dit is een mooie tijd voor een landschapsadviseur. Het advies van de commissie-Veerman verschijnt begin september en ook dat geeft aan dat landschap geen luxe is, maar een urgente kwestie. Juist omdat al die grote opgaven er liggen, is er ruimte de avontuurlijke kant te benutten. Er moeten antwoorden worden gevonden op de gevolgen van de stijgende zeespiegel, maar dat biedt ook de kans om heel veel plezier en landschapswaarde terug te brengen.”
Onder leiding van oud-minister Veerman onderzoekt een commissie hoe Nederland tot 2200 kan worden beschermd tegen de gevolgen van de klimaatverandering. De zogeheten Deltacommissie presenteert haar advies 3 september.