De OVSE begon in 1972 als conferentie en werd opgericht door de Verenigde Staten, Canada, een groot aantal Europese landen en de Sovjet-Unie. Inmiddels maken 55 landen deel uit van de organisatie, waaronder alle vijftien vroegere Sovjetrepublieken.

Doelen van de OVSE zijn conflictpreventie, crisismanagement, vrijheid van geloof, waarneming op het gebied van verkiezingen en mensenrechten en de wederopbouw van landen na een conflict, met vooral aandacht voor democratie en instituties zoals politie en rechterlijke macht. De OVSE is in de afgelopen jaren vooral actief geweest op de Balkan, de Kaukasus, in de Baltische staten en in Centraal-Azië.

De leider van de OVSE-missie in Kosovo, Daan Everts, wordt de speciale vertegenwoordiger van de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken en zal vooral worden ingezet als probleemoplosser. Everts krijgt een staf die zal toenemen tot zo’n achttien mensen. De kosten van drie jaar deelname aan de trojka van het voorzitterschap zijn begroot op zo’n 30 miljoen gulden.