Het graf ligt langs de elf kilometer lange weg tussen Srebrenica en Kamenica waar eerder negen massagraven met ongeveer 3370 lichamen werden gevonden. Het gaat om zogenoemde ’secundaire’ massagraven, graven die lichamen bevatten die in eerste instantie in een ander graf lagen. Identificatie van de slachtoffers kan moeilijk zijn doordat de lichamen veelal met bulldozers werden verplaatst en soms lichaamsdelen in verschillende graven belandden.De eerste twee massagraven langs de weg werden in 1999 gevonden door onderzoekers van het Joegoslaviëtribunaal. De volgend acht werden ontdekt door een forensisch team onder leiding van Murat Hurtic.

De stoffelijke resten worden overgebracht naar een laboratorium, waar wordt geprobeerd ze met behulp van DNA te identificeren. Tot dusver zijn de stoffelijke resten van bijna vierduizend slachtoffers van de massamoord van Srebrenica op die wijze onderzocht en daarna in een herdenkingscentrum bij de stad bijgezet.

In Srebrenica werden in juli 1995 naar schatting achtduizend moslimjongens en –mannen, die formeel onder bescherming stonden van een Nederlands VN–bataljon, door Bosnisch–Servische troepen vermoord. De troepen stonden onder bevel van de Bosnisch–Servische generaal Ratko Mladic.