Uit de kerkelijke pers
De Wekker
Een doki. Dat is een domineeskind. Afgelopen zaterdag kwamen er zo’n duizend domineeskinderen bij elkaar. In De Wekker deelt columnschrijver ds. J. G. Schenau voor deze gelegenheid zijn rubriek met zijn dochter Maartje. Het doki zet de toon.„Afgelopen zaterdag kwamen meer dan duizend domineeskinderen bijeen. Toen ik daarvan hoorde, was mijn eerste reactie: Hoezo?! Je hebt toch ook geen dag voor dokters- of bakkerskinderen?
Ik heb nooit goed gesnapt dat wij speciale gevallen zouden zijn. Dat valt in onze gemeente ook heel erg mee. Dat ik catechisatie heb van mijn vader en dat hij al mijn hele leven mijn dominee is, heb ik nooit erg gevonden. En toen ik las (Trouw, 21-10-02) dat domineeskinderen vaak veel van het geloof weten en erg sociaal zijn, ging ik me nog gezegend voelen ook!
Gezegend, dat zijn we eigenlijk echt. Er wordt bij ons thuis heel wat af gediscussieerd. Gelukkig begrijpelijke preken - anders krijgt hij het wel te horen. En óns glazen huis staat wel naast de kerk, zodat je op zondagmorgen toch uit kunt slapen. Er zitten natuurlijk ook wel een paar minder prettige kanten aan een predpa. Hij is veel weg. En in sommige dingen is mijn vader volgens mij strenger en ouderwetser dan als hij geen dominee zou zijn geweest: de beroemde voorbeeldfunctie. Maar dan kun je altijd nog proberen het via je moeder te spelen. Ik kan hier natuurlijk niet spreken namens alle domineeskinderen, maar mijn broer(tje)s en ik hebben in de pastorie gewoon een fijne jeugd. En onze vader is, én op de preekstoel én thuis, gelukkig altijd zichzelf. WMS.”
„Ze korten alles af, de jongeren, Predpa, dan is je pa predikant. Doki, dan ben je domineeskind, dodo danwel dozo. Ik vroeg onze dodo Maartje (17) te reageren op het initiatief van cabaretier en dozo Freek de Jonge om duizend domineeskinderen een dag lang hun herinneringen en hopelijk nog wat idealen te laten delen. Ik heb Maartje echt niks voorgezegd. Zelfs niet extra aardig gedaan. Mijn oudste zonen zouden -ze zeiden het zelf, gelukkig met een glimlach- kritischer geschreven hebben. Waarschijnlijk meer in de lijn van mijn eigen gevoelen. Want het is mooi, als ze zeggen dat je thuis en in je werk jezelf bent, maar aan dat ”zelf” schort nog zoveel. En na de Heere en jijzelf weten je eigen vrouw en kinderen dat het best. De meesten van die duizend domineeskinderen „hadden er niks aan overgehouden.” Het ’geloof van hun vader’ trouwens ook niet. Dat is juist mijn grootste zorg. Daarom bid ik om genade. Voor mijzelf en samen met mijn vrouw voor onze kinderen. Dat wíj een voorbeeld mogen zijn. En dat zij geloven zullen. Niet precies zoals hun vader maar wel echt, bijbels. De apostel Johannes zei geen groter vreugde te kennen dan dat zijn kinderen in de waarheid zouden wandelen. Daar zeg ik van harte amen op. Niet als dominee, maar als vader. JGS.”
Centraal Weekblad
Deze keer was het een jongen van 22 jaar. Het gebeurde in Venlo. Er waren bloemen, waxinelichtjes, en de levensgrote vraag: „Waarom?” In het Centraal Weekblad geeft ds. P. Boomsma zijn gedachten hierover prijs, over welke kant het met dit land uit moet.
„Waarom? Een vraag die vaak zinloos is, omdat het antwoord duidelijk is. Omdat er twee jongens waren die het niet konden verdragen dat iemand een aanmerking maakte op hun gedrag. Daarom gaven ze een klap en vernielden daarmee een mensenleven. Wat het voor hun eigen leven betekent, is niet te zeggen nog. Ook dat zal heel wat zijn. Ze maakten een familie kapot, een vriendenkring. Was het hun bedoeling?
Het lijkt een verhaal van achteloosheid. Twee jongens komen aanscheuren op hun brommer. Rijden bijna een oudere dame omver. Zij moppert en de student maakt een opmerking. Een klap met de helm is wat hij ten antwoord krijgt. Achteloos lijkt het; als in het voorbijgaan. De mannetjes gaan de supermarkt binnen om hun boodschap te doen. Daar worden zij gearresteerd.
Hebben ze nog geschopt? Hebben ze wel gezien dat de jongen op de grond viel?
Je hoeft iemand niet grandioos af te tuigen om hem ernstig te beschadigen. Als de klap net op de verkeerde plek valt, is het al mis. Een helm tegen de slaap bijvoorbeeld. Is het zo gegaan?
Maar waarom een dergelijke reactie? Zijn het twee jongens die niet meer gewend zijn dat zij op hun gedrag worden aangesproken? Zijn het goede leerlingen van de laatste tijd? Jongens van: ieder voor zich en bemoei je niet met een ander? Scheppingen van de tijdgeest?
Wat het ook is, waarom zij zo deden, het gevolg is zichtbaar vernietigend. Voor hun slachtoffer en zijn familie- en vriendenkring. Maar ook voor henzelf en hun familie.
Wat wij de afgelopen tientallen jaren elkaar hebben geleerd, is om niet te kijken. Niet kijken, wanneer je daardoor risico loopt. Niets zeggen wanneer er iets vernield wordt. Niets doen wanneer iemand in de problemen zit, in het water valt.
Zeker, er zijn altijd uitzonderingen. Maar het gebeurt te vaak dat wij zwijgen. En zwijgen doet het kwaad groeien. Niet willen zien wat er gebeurt, of niet reageren, doodt de menselijkheid.
Elie Wiesel heeft dat al beschreven. Hij stelde de vraag of de schuld van de mensen die in de Tweede Wereldoorlog zwegen en toekeken, niet even groot was als de schuld van hen die mensen wegvoerden.
Jezus zag wat er gebeurde. Hij zag de mensen. Hij deed wat gedaan moest worden. En Hij vertelde een verhaal over kijkers, voorbijlopers en een helper. Van die helper zei Hij tegen de mensen: „Doe net zo.”
Jezus zag en ziet mensen. Om hen te helpen tot zichzelf te komen en zo te worden wie ze met Gods hulp kunnen zijn.
Het is enorm tragisch wat er in Venlo gebeurde. Wat er in Gorinchem en in Leeuwarden gebeurde. Maar veranderen zal het pas werkelijk, wanneer wij het samen aandurven om te doen wat Jezus zei: „Zoals u wilt dat u gedaan wordt, doe zo.””