Misdaad per muis
Rechercheland verandert. De oplossing van misdrijven hangt niet alleen meer af van voetsporen en vingerafdrukken. Steeds vaker speuren politiemensen op de digitale snelweg naar bewijsmateriaal. „Je kunt achter je laptop op de hei een bank overvallen. Daar heb je geen bivakmuts en pistool voor nodig.”
Op Groningen Airport Eelde gaan op 28 september 2001, twee weken na de aanslagen op de Twin Towers, alle alarmbellen rinkelen. In de week dat zwaarbewapende leden van de Bijzondere Bijstandseenheid (BBE) tunnels bij Rotterdam afgrendelen, verschijnt op de website van de Groningse luchthaven een mysterieus bericht. „Ik waarschuw jullie voor iets dat op jullie terrein staat. Ik ben serieus. Het gaat om een Toyota.” Het dreigbericht is onder een Egyptische naam verstuurd. De link met moslimterrorisme is gauw gelegd.
Wie is de man achter de onheilspellende boodschap? Aan de Groep Digitaal Rechercheren van het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD) de taak om dat uit te zoeken. „Via de beheerder van de website kregen we een recente lijst met bezoekers van de website. Toen konden we gericht gaan zoeken”, vertelt P. Hetzscholdt, beleidsadviseur van de Groep Digitaal Rechercheren in het zenuwcentrum van de KLPD in Driebergen.
Na digitaal speurwerk valt de verdenking op een Groningse scholengemeenschap. Het dreigbericht moet verstuurd zijn vanaf een van de pc’s in het computerlokaal. Uiteindelijk sluit het net zich rond een vwo-5-leerling. Politiemensen achterhalen dat de jongen sites langsging die een duidelijke link hebben met het dreigbericht. Zo bezocht de leerling een luchtvaartsite, een webpagina over auto’s en een Egyptische website. De verdachte bekent meteen. Hij zegt het dreigbericht voor de kick te hebben geplaatst. „Hij bleek een voorliefde te hebben voor dit soort zaken”, zegt Hetzscholdt. „Eerder al had hij een digitale bommelding naar de Martinihal in Groningen verstuurd.” Later wordt de jongen tot 25 uur werkstraf veroordeeld.
Van der G.
Digitaal onderzoek in verband met moslimterrorisme is een van de aandachtsgebieden van de Groep Digitaal Rechercheren. Vorig jaar slokte dit type digitaal recherchewerk de meeste tijd op. Maar er is meer.
Een ander werkterrein is het onderzoek van levensdelicten waarbij digitale gegevens een rol spelen. „Mensen laten vaak veel sporen achter op internet. Door de individualisering in de maatschappij gaan mensen niet meer met elkaar in gesprek, maar communiceren ze anoniem. Daardoor melden ze ook heel privacygevoelige zaken, die je iemand onder vier ogen niet gauw vertelt. Hoe vaak hoor je niet dat iemand een website over zichzelf maakt? Daar lees je allerlei informatie over hobby’s en kennissenkring. Als mensen zo’n site stopzetten, verkeren ze in de veronderstelling dat de informatie dan weg is. Maar vaak zijn er nog backups waar wij de hand op kunnen leggen.”
Bekendste voorbeeld, waarbij de recherche belangstelling heeft voor digitale sporen in een moordzaak, is de zaak Volkert van der G. Internetrechercheurs stroopten het web af op zoek naar informatie over de vermoedelijke moordenaar van Pim Fortuyn. Andere politiespecialisten namen de computer van der G. onder de loep. Dan gaat het bijvoorbeeld om Word-documenten op zijn harde schijf.
Soms is een vondst op de digitale snelweg cruciaal in een moordzaak. „Deze zomer is een mevrouw in Amsterdam vermoord. De verdachte, een man die haar het laatst heeft gezien, was voortvluchtig. We hadden echter zijn telefoonnummer en e-mailadres. We hielden zijn activiteiten op internet voortdurend in de gaten. Op een gegeven moment checkte hij zijn mailbox. Daardoor konden we erachter komen dat hij ergens in een hotel verbleef. Toen konden we hem aanhouden.”
Máxima
Een vette kluif had de Groep Digitaal Rechercheren afgelopen jaar aan het speurwerk naar computerbestanden van bouwbedrijven in verband met de bouwfraude. „Je moet oppassen dat je dan niet in de informatie verdrinkt. Als je al de digitale informatie over de bouwfraude, in totaal 2000 gigabyte, op A4-papier zou zetten, zou je een stapel krijgen van honderden kilometers hoog.”
Digitale rechercheurs richten het vizier ook op lieden die kwetsbare computersystemen proberen te ontwrichten. Misdaad met de muis. „Een inbreker kan het netwerk van een bedrijf binnendringen en kostbare blauwdrukken kopiëren. Ooit wist iemand het computersysteem van een ziekenhuis te kraken. Hij probeerde een computer te beïnvloeden die de samenstelling van een specifiek medicament regelt. Het is de inbreker niet gelukt, maar zo’n verhaal klinkt wel verontrustend.”
Met de regelmaat van de klok proberen hackers het wereldwijde web te ontwrichten. „Denk aan de chatsessie die prins Willem-Alexander en Máxima aan de vooravond van hun huwelijk met de Nederlandse burgers zouden houden. Doordat hackers massaal boodschappen naar het bewuste adres verzonden, liep dat digitale evenement helemaal in de soep. Pas was er een aanval op de dertien servers die het internet wereldwijd draaiend houden. Negen servers waren een tijdje uitgeschakeld. Dat leverde geen problemen op, maar je moet er niet aan denken als een aanval álle servers uitschakelt.”
Tijdens het gesprek piept Hetzscholdts mobiele telefoon herhaaldelijk en moet hij even weg voor dringend overleg met een collega. „Ik kan melden dat er op dit moment een aanval gaande is op marktplaats.nl, een site waar goederen te koop worden aangeboden.”
Niet pluis
Af en toe proberen de digitale rechercheurs een vinger te krijgen achter roof- en helingspraktijken op het internet. Hetzscholdt: „Op internet verschijnen duizenden Nederlandstalige advertenties waar een luchtje aan zit. Dan worden er bijvoorbeeld gestolen goederen aangeboden. We hebben daar eens onderzoek naar gedaan. Op een zoekmachine tikten we ”van de vrachtwagen gevallen” in. Die uitdrukking betekent dat er geen bonnen bij de koop geleverd worden en dat er iets niet pluis is. Alleen al die woorden op de zoekmachine leverden 3000 treffers op. Dan gaat het om gestolen auto’s, drugs, of een lading diamanten.”
Een ander aspect van het werk van de Groep Digitaal Rechercheren is de bestrijding van allerlei haatmail. Zo werden met name linkse politici na de moord op Fortuyn met digitale dreigementen bestookt. Deze week meldde GroenLinks-leider Rosenmöller dat zelfs zijn vrouw en kinderen met de dood werden bedreigd. Voormalige echtelieden kunnen elkaar mails met de meest weerzinwekkende plaatjes sturen, louter om te shockeren.
Niet gerust is Hetzscholdt op de tendens dat lieden er een sport van maken om plaatjes van flitsteams of foto’s van agenten op internet te zetten. Ook is hij niet gecharmeerd van internetfoto’s van graffiti op treinen. De rechterlijke macht in Nederland weet niet goed wat ze aan moet met dergelijke vergrijpen, signaleert Hetzscholdt. „De jongens krijgen een werkstraf en daar blijf het bij. In Amerika loop je de kans om een paar jaar in een cel terecht te komen.”
Liefhebberij
De digitale recherche stuit bij haar werk op de nodige hindernissen. Feit is dat lang niet iedere agent even bedreven is achter het toetsenbord. „Het mooiste zou zijn als er in de opleiding structureel aandacht is voor digitaal rechercheren. Zover zijn we nog niet. Als je alleen al kijkt naar de verouderde computers op sommige politiebureaus. Of als je merkt dat systemen van verschillende politiedistricten niet op elkaar aansluiten. De afgelopen jaren was digitale recherche maar al te vaak de liefhebberij van een enthousiasteling.”
Belangrijk struikelblok is verder dat providers lang niet altijd genegen zijn digitale informatie over verdachten aan de politie af te staan. „In Nederland is er op dit moment eigenlijk niets over geregeld. Na 11 september wilden alle providers wel meewerken, in verband met de bestrijding van terrorisme. Maar dat blijft niet zo. De medewerking varieert van dag tot dag. De ene provider is veel toeschietelijker dan de andere. Soms hoor je binnen de organisatie van één provider verschillende geluiden. Het hangt er maar van af wie je aan de telefoon hebt.”
De voorzitter van de Raad van Hoofdcommissarissen, M. A. Beuving, wil dat providers gegevens van internetgebruikers minimaal een jaar bewaren. Hij zei dat deze week op een congres over digitale recherche. Beuving vreest dat Europese regelgeving roet in het eten gooit. Als de Europese Unie een dergelijke termijn niet toestaat, zal het oplossingspercentage misdrijven die een relatie hebben met de digitale wereld, zeker dalen, aldus de politiebaas.
Digitaal rechercheurs moeten eerst toestemming hebben van een officier van justitie alvorens ze wachtwoorden mogen kraken om bijvoorbeeld mailboxen te lezen. „Je mag in verband met de privacy niet zomaar iemands e-mails gaan lezen”, zegt Hetzscholdt. Om die reden heeft de Groep Digitaal Rechercheren bijvoorbeeld níet de mailbox van Volkert van der G. bekeken.
Gruwelijke afbeelding
Pijnpunt is ook dat rechercheurs vaak worden belemmerd in hun onderzoek zodra ze zich over de landsgrenzen begeven. „De rechtsverdragen in diverse landen lopen uiteen”, zegt Hetzscholdt. „Een Nederlander beheerde bijvoorbeeld een site waarop een gruwelijke afbeelding van de vermoorde journalist Daniel Pearl te zien was. Het is moeilijk om die Nederlander aan te pakken, omdat het om een Amerikaanse website gaat.”
Hetzscholdt signaleert onder zijn collega’s interesse voor digitale recherche, maar constateert tegelijk dat er nog heel wat valt uit te leggen. Ook aan beleidsmakers. „Als je er alleen al aan denkt dat voormalig premier Kok nauwelijks wist wat een muis was.”