Finland als model voor Tsjetsjenië
Met hun gijzelingsactie in een Moskous theater hebben de Tsjetsjeense rebellen hun eigen bevolking een slechte dienst bewezen. In plaats van terugtrekking van Russische troepen uit de Kaukasische republiek, staat het land nog meer dood en verderf te wachten. Wat de gijzelnemers wel hebben bereikt, is dat de bijna vergeten oorlog in Tsjetsjenië opeens weer volop in de internationale belangstelling staat.
„Verkrachting van mannen, vrouwen en kinderen; elektrische schokken; langdurig slaan, op onder andere de genitaliën en op de oren, wat gehoorbeschadiging of doofheid veroorzaakt; amputatie van oren en vingers; langdurig en pijnlijk boeien.” Deze opsomming vormt een greep uit de methoden waarvan Russische soldaten in Tsjetsjenië gebruikmaken om de bevolking te terroriseren, aldus het rapport ”The Russian Federation: Denial of Justice”, dat de mensenrechtenorganisatie Amnesty International deze week publiceerde.
Neem Alaudin Sadikov, een 51-jarige schoolmeester uit Grozny. Ondanks de gevechten tussen Russische troepen en Tsjetsjeense rebellen bleef hij in de Tsjetsjeense hoofdstad om humanitaire hulp te verlenen. Op 5 maart 2000 werd hij opgepakt door Russische troepen. Die mishandelden hem, dwongen hem zijn eigen haar op te eten en bewerkten hem met stukken gloeiend heet metaal. Vervolgens gebruikten zes mannen hem als een levende voetbal, waarbij hij zijn tanden en ribben brak. De Russen bleven net zolang voetballen totdat de Tsjetsjeen het bewustzijn verloor. Vier dagen later sneden ze hem een oor af. Op 24 mei kwam Sadikov vrij. Weliswaar werd er op 13 juli een onderzoek gestart naar de precieze toedracht, maar dat leverde niets op omdat de daders niet konden worden achterhaald.
De mensenrechten in Tsjetsjenië worden volgens Amnesty International op grote schaal geschonden. En niet alleen door de Russen. Niemand doet iets om burgers te beschermen tijdens aanvallen op bevolkte gebieden. Verder maken zowel Tsjetsjenen als Russen zich schuldig aan ontvoering en gijzeling van onschuldige mensen.
Al-Qaida
Het ziet er niet naar uit dat er aan de oorlog en de schendingen van de mensenrechten in Tsjetsjenië spoedig een einde zal komen. Integendeel. Kort na de beëindiging van het gijzelingsdrama in Moskou kondigde de Russische president Poetin nieuwe plannen aan ter bestrijding van het ’terrorisme’ in de Kaukasische republiek. En volgens berichten van Russische nieuwsmedia gaat de oorlog in Tsjetsjenië onverminderd door.
De Russische president doet alle mogelijke moeite om de wereld ervan te overtuigen dat de oorlog van Rusland in Tsjetsjenië onderdeel is van de wereldwijde strijd tegen het internationaal terrorisme. Zo verklaarde hij dat de gijzelingsactie mede het werk was van al-Qaida, het terreurnetwerk van Osama bin Laden. „Poetin vergelijkt die actie met 11 september. Daarmee verschaft hij zich de ruimte om door te gaan met de strijd tegen het ’terrorisme’, zowel op Russische bodem als wellicht daarbuiten, bijvoorbeeld in Georgië”, zegt John B. Dunlop van het Hoover Instituut van Stanford University in de Verenigde Staten. „En dat is slecht nieuws voor de Tsjetsjenen.”
President Poetin is overigens niet de enige die denkt dat al-Qaida te maken heeft met de gijzelingsactie in het Moskouse theater. Zo meldde de Duitse krant ”Welt am Sonntag” dat het geld voor de voorbereiding van de gijzeling in Moskou -inclusief de aankoop van wapens en munitie- afkomstig is van moslimfundamentalistische multimiljonairs uit landen als Saudi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten. Deze mensen zouden weer in verbinding staan met al-Qaida. De krant baseert zich daarbij op informatie van geheime diensten in westerse landen.
Nu is het geen nieuws dat moslimextremisten al langere tijd actief zijn in Tsjetsjenië en dat zij financiële en logistieke steun krijgen van radicaal-islamitische organisaties in het buitenland. Bekend is eveneens dat Tsjetsjeense rebellen nauwe banden onderhielden met het voormalige Taliban-bewind in Afghanistan. Zo kregen verscheidene rebellen hun opleiding in de trainingskampen van al-Qaida in Kabul. Het is echter te danken aan de eerste Tsjetsjeense oorlog (1994-1996) -en dus mede aan de Russische regering zelf- dat het wahabisme, een fundamentalistische stroming binnen de islam, en al-Qaida hun intrede deden in de Kaukasische republiek. Van oudsher hangen de Tsjetsjenen het soefisme, een gematigde vorm van de islam, aan.
Uitroeien
De vergelijking van Poetin gaat mank, vindt Dunlop. „Weliswaar bevinden er zich wahabieten in het Tsjetsjeense verzet, maar de analogie met al-Qaida gaat niet op. Rusland heeft een probleem met een minderheid in eigen land.” Terwijl een organisatie als al-Qaida uit is op uitbreiding van het aantal moslimfundamentalistische staten, hebben de Tsjetsjeense onafhankelijkheidsstrijders maar één doel: autonomie voor Tsjetsjenië. Voor al-Qaida is de westerse wereld de grote vijand, voor de Tsjetsjenen zijn het de Russen.
Ondertussen is wel sprake van een toenemende radicalisering onder de Tsjetsjenen. Door het keiharde en meedogenloze Russische optreden in Tsjetsjenië komen steeds meer inwoners terecht in het kamp van de wahabieten. Het verhaal in de Franse krant Le Figaro van Khassan (33), Aslan (32) en Khizir (23) toont dat duidelijk aan. De drie Tsjetsjenen, die naar Parijs vluchtten, vertellen dat ze in hun vaderland uit drie kwaden moesten kiezen: wachten totdat ze als vee zouden worden afgeslacht, de wapens opnemen of vertrekken.
„Mijn broer werd op 27 november 2001 zonder reden opgepakt aan de rand van het dorp Guekhi Tchou. Militairen doodden hem door stukken metaal in zijn lichaam te drukken. Vervolgens probeerden ze de schuld te schuiven in de schoenen van de wahabieten”, vertelt Khassan. Ook het relaas van Aslan stemt niet vrolijk: „De situatie is verschrikkelijk voor de rebellen, want zij weten dat elke aanval op Russische posten onmiddellijk wordt gevolgd door represailles op onschuldige burgers. Dat vormt een voortdurend dilemma.” Volgens Khizir worden „alle mannen van 10 tot en met 65 jaar bedreigd”, want „de Russen willen voorkomen dat we nageslacht krijgen. Zij willen ons uitroeien.”
De drie mannen schetsen het beeld van een volk dat met de rug tegen de muur staat, dat niets meer heeft te verliezen, en van een jeugd die „steeds radicaler” wordt. „Wij weten niet goed wat wahabieten zijn, maar het is waar dat een aantal jonge Tsjetsjenen zich heeft verbonden aan een radicale vorm van de islam”, zegt Aslan.
Maschadov
„Hoe langer de oorlog duurt, hoe extremer de reacties van de Tsjetsjeense strijders zullen worden”, meent ook Dunlop. „We zitten nu al in het derde jaar van de tweede Tsjetsjeense oorlog. Veel van de rebellen in het theater spraken niet eens meer Russisch. Het zijn onwetende mensen, zonder opleiding, zoals zoveel wahabieten. Ze hebben niets meer gemeen met Rusland, terwijl er in de eerste oorlog nog strijders waren die wel degelijk een Russische achtergrond hadden. Nu heeft Rusland nog de kans om te onderhandelen met Tsjetsjenen die nog wat over Rusland weten; over een aantal jaren is die kans voorbij.”
Over wie de juiste gesprekspartner voor Moskou zou zijn, is de Tsjetsjenië-deskundige duidelijk: Aslan Maschadov, de voormalige Sovjetkolonel die in 1997, na de eerste oorlog, door de Tsjetsjenen en onder toezicht van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) tot wettige president werd gekozen. Voor de regering in Moskou heeft hij echter afgedaan. Die houdt hem medeverantwoordelijk voor de gijzeling in Moskou. De woordvoerder van het Kremlin, Sergej Jastrzjembski, zei afgelopen donderdag dat het uitgesloten is dat de Russische regering met Maschadov in gesprek gaat. Volgens hem is er sowieso geen geschikte kandidaat meer om mee te praten.
„De Russische regering doet er alles aan om de betrokkenheid van Maschadov bij de gijzelingsactie aan te tonen. Hij zou een van de opdrachtgevers zijn geweest. Persoonlijk geloof ik daar niet in. Het bewijsmateriaal dat ik tot nu heb gezien is niet sluitend”, zegt Dunlop. „Misschien verander ik van mening als ik meer bewijzen onder ogen krijg. Ik sluit niets uit. Maar ik vind het op dit moment te vroeg om Maschadov aan de kant te schuiven.
De Russen zijn er alleen maar op uit om alle onderhandelingen een halt toe te roepen”, vervolgt de wetenschapper. „Daarom willen ze ook dat Denemarken Achmed Zakajev, de persoonlijk gezant van Maschadov, uitlevert.” De Tsjetsjeense politicus was maandag en dinsdag in Denemarken voor het Tsjetjseense Wereldcongres, waar hij op verzoek van Rusland werd gearresteerd door de Deense politie. „Het is een politieke fout om Zakajev te arresteren. Iedereen weet dat hij de belangrijkste onderhandelaar namens Maschadov is. Een definitieve vredesregeling zal via hem bereikt moeten worden. Zijn mogelijke uitlevering sluit de weg naar onderhandelingen en vrede af.”
Finse model
Het Westen moet ervoor oppassen dat het zich niet conformeert aan de Russische visie op het conflict in Tsjetsjenië, meent Dunlop. „Die is verdraaid en berust op eigen verzinsels.” Europa zou volgens hem het initiatief moeten nemen om een einde te maken aan het gewapend conflict, daarin gesteund door de Verenigde Staten. „De oorlog kan alleen worden beëindigd door onderhandelingen waarbij Europese instellingen zoals de Raad van Europa en de OVSE zijn betrokken. Die organisaties kunnen ook eisen stellen aan een nieuw te vormen regering en zo voorkomen dat extremistische groeperingen het eventueel voor het zeggen krijgen.” Volgens Dunlop is dat niet alleen „altruïsme” van Europa, maar ook eigenbelang. „Als de strijd zo doorgaat, dreigt de hele Kaukasus te destabiliseren.”
Het waarschijnlijkste scenario voor de komende twee jaar is dat de oorlog zal doorgaan en nog erger zal worden, denkt Dunlop. „Het is nu eenmaal erg moeilijk om aan dit soort conflicten een einde te maken.
De oplossing van het conflict ligt volgens de deskundige in een grote mate van autonomie voor Tsjetsjenië, binnen de Russische Federatie. Een goed idee vindt hij het plan van de voormalige Russische premier Primakov. Diens voorstel, het ”tsaristische Finse model”, is gebaseerd op de de facto onafhankelijkheid van Finland ten tijde van de tsaren. In het begin van de 19e eeuw voegde het Russische rijk Finland ten koste van Zweden toe aan zijn grondgebied. Ondanks de inlijving genoot het Scandinavische land een verregaande autonomie. Zo had het land zijn eigen parlement en een eigen leger.
Tegenover het Franse dagblad Le Monde verklaarde Primakov in maart van dit jaar: „Natuurlijk moeten we Tsjetsjenië bijzondere rechten geven binnen Rusland. Kijk maar naar het voorbeeld van Finland: in de tijd van de tsaren had het een autonomie die zo ver ging dat het niet eens Russische revolutionairen uitleverde, die hun congressen gingen houden op Fins grondgebied. Het leverde zelfs terroristen niet uit!”
Destabilisatiecampagne
Een vredesregeling voor Tsjetsjenië moet gepaard gaan met een kapitaalinjectie, zegt Dunlop. Dat moet voorkomen dat Tsjetsjenië dezelfde kant opgaat als na het vredesakkoord van 1997. Toen verwerd de republiek tot een ordinair roversnest waar chaos en wetteloosheid heersten. Ontvoeringen vormden toen zo ongeveer de belangrijkste bron van inkomsten. „De anarchie van toen was voor een groot deel het gevolg van de destabilisatiecampagne van de Russische leiders en de geheime diensten. Het land kreeg amper financiële steun en het geld dat wel was bestemd voor Tsjetsjenië, verdween grotendeels in de zakken van corrupte ambtenaren in Moskou. Een groot probleem vormden de gewapende jongemannen zonder werk. Omdat zij niet op een legale manier in hun levensonderhoud konden voorzien, zochten zij hun heil in illegale activiteiten zoals ontvoeringen.”
Bang voor een precedentwerking ten opzichte van andere Russische republieken -mocht Tsjetsjenië inderdaad een eigen autonome status krijgen- is Dunlop niet. „Hoewel er in andere moslimrepublieken ook wel separatistische neigingen zijn, geloof ik niet dat zij het voorbeeld van Tsjetsjenië zomaar zullen volgen. Tsjetsjenië zal immers onderdeel blijven van de Russische Federatie. Verder zullen weinig republieken willen meemaken wat Tsjetsjenië heeft doorstaan. Bovendien kan voorzetting van de oorlog wel eens gevaarlijker zijn voor de aanwezigheid van Rusland in de autonome republieken dan de voorgestelde oplossing.”