Russische troepen vielen vrijdag de Georgische provincie Zuid–Ossetië binnen, nadat Georgië in de regio separatisten aan was gevallen. Russische tanks reden door de straten van de hoofdstad Tschinvali. De Russen bombardeerden in het westen van Georgië, dus niet in Zuid–Ossetië, de havenstad Poti en een militaire basis bij Senaki, aldus de Secretaris–generaal van de nationale veiligheidsraad van Georgië, Kacha Lomaja.Volgens een minister uit Zuid–Ossetië kwamen door het geweld zeker 1400 mensen om het leven. De VN meldde dat duizenden mensen op de vlucht zijn geslagen. In Tschinvali zijn honderden gebouwen vernield. Toch is het officieel nog geen oorlog.

De Georgische president Michail Saakasjvili liet rond middernacht weten binnen enkele uren de oorlog te zullen verklaren aan Rusland. Zonder zo’n formele verklaring is het volgens de regels van het internationaal recht geen oorlog. Saakasjvili deed die formele aanzegging nog niet. Ook Rusland sprak geen oorlogsverklaring uit.

Rusland en Georgië gaven elkaar tijdens de noodvergadering van de Veiligheidsraad de schuld van de escalatie van de gevechten in Georgië. Volgens Georgië voert Rusland aanvallen uit op gebieden die losstaan van de conflictzone in Zuid–Ossetië. Rusland stelt slechts de Russische inwoners van Georgië te beschermen. In Zuid–Ossetië wonen veel mensen met een Russisch paspoort.

De raad probeerde te reageren op het conflict, maar kwam er niet toe een tekst te formuleren. De raad wil oproepen tot een staakt–het–vuren, maar volgens diplomaten zijn er onenigheden over de bewoording.