Psychologen gevoerd aan het publiek
Titel:
”Wat bezielt de psycholoog? Gesprekken met vooraanstaande psychologen”
Auteur: Ad Bergsma
Uitgeverij: Nieuwezijds
Amsterdam, 2001
ISBN 90 5712 110 7
Pagina’s: 295
Prijs: € 19,75 (ƒ 43,50).Voor wie vanuit zijn luie stoel kennis wil nemen van een aantal ontwikkelingen op het gebied van de psychologie, is er bij Uitgeverij Nieuwezijds een leuk boek verschenen onder de titel ”Wat bezielt de psycholoog? Gesprekken met vooraanstaande psychologen”.
Het boek bestaat uit interviews, gehouden door Ad Bergsma, redacteur van Psychologie Magazine. Elke maand ging hij in gesprek met een gerenommeerd psycholoog, benieuwd naar diens zielenroerselen en naar het resultaat van zijn of haar verkenningen van de menselijke geest. De meeste interviews zijn eerder gepubliceerd in Psychologie Magazine.
Psychologie is geen vak dat je vanaf een afstand bestudeert, of passief tot je neemt, maar een vak waar je mee leeft, zo betoogt Bergsma in zijn inleiding. Daarom is ervoor gekozen leven én werk van de desbetreffende wetenschapper uit de verf te laten komen. In veertig gesprekken wordt zo het interessante landschap van de menswetenschappen geschilderd. Bergsma is erin geslaagd een evenwichtige mix te maken van boeiende onderzoeksresultaten en informatie over de persoon achter dat onderzoek. Bovendien is met een keur aan psychologen ook een diversiteit aan onderwerpen in beeld gebracht.
De inhoudsopgave brengt een bepaalde psycholoog steeds met één bepaald thema in verband. Wie geïnteresseerd is in paniekaanvallen, ziet in één oogopslag dat hij daarvoor te rade moet gaan bij David Clark, een bekende Engelse psycholoog en gedragstherapeut. Clark wordt de geestelijke vader genoemd van de cognitieve gedragstherapie bij de paniekstoornis, vroeger steevast aangeduid als hyperventilatie. Hij toonde aan dat denkfouten hierbij een sleutelrol spelen. Niet de hartkloppingen of het wazig zien is het probleem, maar iemands interpretatie van deze symptomen als voorboden van een hartinfarct.
Niet levensgevaarlijk
Clark heeft laten zien hoe mensen vervolgens veiligheidsmaatregelen gaan nemen, door bijvoorbeeld gelijk op een bank te gaan zitten en inspanning te voorkomen. De therapie bestaat eruit om deze mensen te leren dat de hartkloppingen en het wazig zien ongevaarlijke symptomen zijn en geen enkel levensgevaar opleveren. De volgende stap is dat mensen hun veiligheidsgedrag gaan opgeven. Dat betekent in plaats van op de bank gaan zitten: rennen, traplopen en stofzuigen! Met de ervaring dat er dan niets gebeurt, is het bewijs van de onschuld van deze symptomen geleverd. In 90 procent van de gevallen boekt deze therapie blijvend resultaat.
Ook enkele niet-psychologen komen aan bod. De filosoof Daniel Dennett wordt bevraagd over zijn stokpaardje ”het bewustzijn”. Bewustzijn is in zijn visie een bijproduct van ons denken. Het zetelt geheel en al in de hersenen en houdt met de dood op te bestaan. Wat we bewustzijn noemen is niets anders dan het verhaal dat de hersenen over zichzelf vertellen. Bewustzijn zou dan uiteindelijk niet meer zijn dan het centrum van de narratieve zwaartekracht.
Hans Crombag wordt geïnterviewd in zijn sfeervolle werkkamer, waar een donker geworden schilderij van Christus aan het kruis de schouw siert. Met trots toont hij een onooglijk boekje uit het begin van de vorige eeuw, waarin John Watson zijn collega-psychologen bezweert dat zij nu eindelijk eens moeten ophouden met al hun speculaties over wie de mens is en hoe hij in elkaar zit. In plaats daarvan moeten zij zich beperken tot observeerbare verschijnselen. Crombag gaat met veel elan in dit spoor verder. Te vuur en te zwaard bestrijdt hij het idee van verdrongen herinneringen, die door psychotherapie dan plots weer boven zouden komen.
Schrijftherapie
De Amerikaanse psycholoog James Pennebaker heeft zich onder andere verdienstelijk gemaakt op het gebied van de schrijftherapie, in Nederland vooral gepropageerd door Alfred Lange. Schrijven over traumatische zaken werkt helend. Voorwaarde is dat het in verhaalvorm gebeurt. Het gaat erom dat mensen echt proberen te begrijpen wat er met hen is gebeurd. Het belangrijkste is echter dat negatieve emoties als boosheid, angst en woede openlijk erkend worden en pijnlijke details niet worden vermeden.
Boeiend is ook de bijdrage van Robert Weiss. Deze Amerikaanse psycholoog heeft veel onderzoek gedaan naar de ervaring van eenzaamheid. Eenzaamheid is zo’n kwellende zaak, dat het mensen kan brengen tot onbezonnen stappen. Wie herkent hoe sterk eenzaamheid is, zal daarover niet te hard oordelen.
Weiss beschrijft twee soorten eenzaamheid. Iemand kan sociaal eenzaam zijn en emotioneel eenzaam. De eerste eenzaamheid doet zich voor wanneer iemand geen vrienden of collega’s heeft. Dit soort eenzaamheid kan niet volledig worden aangevuld door het hebben van een vaste partner. Het gemis van een levensgezel levert emotionele eenzaamheid op, die slechts gedeeltelijk kan worden gecompenseerd door het hebben van een vriendenkring.
Dieter Zapf, Duits arbeidspsycholoog, heeft zich gewijd aan de studie naar pesten op het werk. Een voorbeeld daarvan is een nieuwe secretaresse die merkt dat haar brieven stiekem slordig worden overgetypt en zo op het bureau van haar baas terechtkomen.
Interessant is het verschil dat Zapf constateert tussen kinderen die gepest worden op school en volwassenen die gepest worden op het werk. Terwijl het vaak om verlegen, sociaal onvaardige kinderen gaat, ’mankeert’ er aan de volwassen slachtoffers eigenlijk niets. Het enige dat men hun kan verwijten is dat zij te veel hun best doen. Zij maken minder fouten, zijn eerlijker en komen precies op tijd. Dat wordt door de groep vervolgens niet gepikt. Kinderen kun je weerbaarder maken, maar tegen dit soort volwassen pesterijen is eigenlijk maar één kruid gewassen: van baan veranderen.
Geen christenpsycholoog
Zo zou er nog veel interessants te melden zijn. De emoties van Nico Frijda, de stemmen van Marius Romme, de twijfels van Giel Hutschemaekers tot en met de psychotherapie van Paul Emmelkamp. Het betreft een internationale selectie, waar Nederland weliswaar duidelijk in is oververtegenwoordigd. Het hemd is immers nader dan de rok. Ik vind het jammer dat nergens een echte christenpsycholoog aan het woord komt. Zijn er geen vooraanstaande christenpsychologen te vinden? Of dringt hun geluid slechts door in de eigen kring?
Een bronvermelding en een index completeren het geheel. Nu eens niet alleen maar voer voor psychologen. In dit boek worden de psychologen zelf gevoerd aan het grote publiek. Eet smakelijk!