Consument

Man en mode

Mode is een ongrijpbaar verschijnsel. Op het oog zo grillig als het weer, onderhuids wel degelijk gestoeld op allerlei conventies en opvattingen over het leven, het mens-zijn en het verschil tussen de seksen. Eén ding is na het bezoeken van de tentoonstelling ”De Ideale Man” wel duidelijk: mode is allesbehalve waardevrij. En mannenkleding is niet saai.

Ellen van de Beek
8 August 2008 11:24Gewijzigd op 14 November 2020 06:12
Jean Paul Gaultier, collectie herfst/winter 2008 2009. Foto Oof Verschuren, nabewerking Magic Group
Jean Paul Gaultier, collectie herfst/winter 2008 2009. Foto Oof Verschuren, nabewerking Magic Group

Mannen worden modebewuster, roepen trendwatchers en bewijzen statistieken. Jongens zijn -net als meisjes- over het algemeen erg merkgevoelig en ook de oudere man geeft gerust flink geld uit aan een goede broek of een maatpak. Daarnaast richten Nederlandse modeontwerpers zich steeds vaker op van mannencollecties.De vraag is of die toegenomen aandacht voor persoonlijke uitstraling en presentatie tevens betekent dat de man zelfbewuster is geworden. Misschien is hij wel juist op zoek naar iets waaraan hij zijn identiteit kan ontlenen. Het thema ”mannelijkheid” leeft in elk geval in de 21e-eeuwse samenleving. Dat bewijzen alleen al de boeken en artikelen die de laatste tijd rond dit onderwerp verschenen (”Mannelijkheid” van Harvey C. Mansfield kreeg bijvoorbeeld nogal wat publiciteit). Kennelijk is mannelijkheid geen vanzelfsprekendheid meer en is er behoefte aan een herdefiniëring.

Archetype
De tentoonstelling rondom mannenmode die het Gemeentemuseum Den Haag opzette -de eerste in Nederland- komt daarom niet als een grote verrassing. De expositie draagt de veelzeggende titel ”De Ideale Man” en bestaat uit meer dan 150 pakken, wambuizen en kostuums uit de periode vanaf de zeventiende eeuw tot nu. Thematisch geordend in afzonderlijke zalen, want het museum wil dwarsverbanden aantonen tussen heden en verleden.

Een zinnige keuze. Op deze manier is bijvoorbeeld mooi zichtbaar hoe allerlei elementen uit Nederlandse streekdrachten ook in hedendaagse kleding terugkeren. Het tentoongestelde negentiende-eeuwse mannenjasje uit Marken draagt sporen van zeventiende-eeuwse mode, en ontwerper Francisco van Benthum liet zich voor zijn wintercollectie van dit jaar ook weer door deze traditionele vissersdracht inspireren. Zo veel nieuws is er niet onder de zon.

Behalve historische kledingstukken bezit het museum een aantal pakken van hedendaagse stijliconen. De opvallende outfit van Pim Fortuyn hangt er, compleet met de karakteristieke das met Borelliknoop, evenals twee grijs wollen maatpakken van de voormalige Franse president François Mitterrand en het tenue van punker Ger de Kok.

De insteek van de expositie is de gedachte dat mannen zich in hun kledingkeuze veel meer dan vrouwen laten leiden door ideaalbeelden, archetypen. Vrouwen zouden vooral een abstract schoonheidsideaal nastreven, mannen zoeken concrete voorbeelden, zoals de cowboy, de rapper en de dandy. „Is mode voor mannen soms een zoektocht naar de ideale man?” vragen de conservatoren zich af. Een aardige vraag, maar een bevredigend antwoord hebben ze niet. „De ideale man hangt in de kast”, zeggen zij. „En hij bestaat uit meerdere outfits.”

Catwalk
Wie de groots opgezette expositie bezoekt, ziet kleurige kimono’s, futuristische trainingspakken en barokke modefoto’s. Vooral de excentrieke kant van mannenmode krijgt aandacht. Enerzijds levert dat interessante feiten op, die soms zelfs vooroordelen wegnemen. Zo is een driedelig pak helemaal niet sinds mensenheugenis saai grijs of donkerblauw. Tot aan de Franse Revolutie droegen heren juist opvallende en kleurige kostuums, vol borduursels en kant. Na de revolutie richtte de mode zich op arbeiderskleding en verdween het decoratieve element. Dat kantjes en versierinkjes typisch vrouwelijk zijn, is dus niet helemaal waar.

Relativerend, zo’n insteek, maar daarnaast vooral bevreemdend. Het museum stelt namelijk behoorlijk wat kleding uit nieuwe collecties van hedendaagse couturiers tentoon. Deze ontwerpers bewegen zich in het grijze grensgebied tussen confectie en kunst en lijken vooral uit te zijn op het bewerkstelligen van schokeffecten.

De ontwerpen van de Belg Walter van Beirendonck zijn bijvoorbeeld bijna niet meer te interpreteren als kleding. Het zijn cartooneske vormen, felgekleurd en vol dubieuze verwijzingen naar seks en fetisjisme.

Ze roepen een gevoel op van vervreemding, en maken daarmee duidelijk in welk spanningsveld een christen zich bevindt als het om mode gaat. Want de shows op de catwalks van Parijs, Milaan of New York zeggen hem misschien weinig, links laten liggen kan hij ze toch niet. Een modeshow idealiseert mode weliswaar extreem, maar weerspiegelt daarmee wél de hedendaagse visie op de mens en op het verschil tussen de seksen. Mode is niet waardevrij, dat wordt juist op de catwalk duidelijk.

Daarnaast bestaat er wel degelijk een verband tussen de kleren die de doorsnee-Nederlander aantrekt en de extravagante creaties op de catwalk. Elementen uit modeshows keren hoe dan ook op straat terug, zij het doorgaans in afgezwakte vorm. Ook de niet-modebewuste mens wordt daardoor beïnvloed, of hij wil of niet.

De tentoonstelling ”De Ideale Man” is tot en met 26 oktober te bekijken in het Gemeentemuseum Den Haag. Meer informatie: www.gemeentemuseum.nl.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer