„Aanpak sabotage chat prins faalde”
Minister Hirsch Ballin van Justitie betreurt het dat de vervolging na de sabotage van een publieke chatsessie van prins Willem-Alexander en prinses Máxima zo traag is verlopen.
Eerder dit jaar bleek al dat de twee overgebleven verdachten door alle vertragingen niet worden berecht. Het openbaar ministerie erkende toen zelf zijn ontvankelijkheid te hebben verspeeld, omdat het onderzoek meer dan zes jaar duurde.Het internetpraatje van het koninklijke paar ter gelegenheid van zijn aanstaande huwelijk liep op 22 januari 2002 uit op een fiasco. Al binnen enkele minuten was de internetpagina van het Koninklijk Huis niet meer bereikbaar wegens een computeraanval.
Door verschillende oorzaken is de zaak vanaf het begin „niet met voldoende voortvarendheid” behandeld, te laat beoordeeld en pas eind 2005 voor het eerst voor de rechter gebracht, schrijft de minister in antwoord op vragen van SP-Tweede Kamerlid Gerkens. De top van het OM, het college van procureurs-generaal, gaf destijds al aan de gang van zaken te betreuren.
Justitie werd vervolgens in de zaak tegen een toen minderjarige verdachte niet-ontvankelijk verklaard omdat te lang was gewacht met de dagvaarding. De politierechter in Rotterdam wees de zaak van de overige twee verdachten wegens complexiteit door naar de meervoudige kamer. Door planningsproblemen, die werden veroorzaakt door zowel hun advocaten als het OM, diende de zaak pas eind mei van dit jaar.
„Een grotere alertheid bij de behandeling van zaken als de onderhavige, kan langdurige vertraging voorkomen. Daarvan is ook het OM zich bewust”, schrijft Hirsch Ballin.