Binnenland

Stena Line koerst door het duister

Een zeekasteel schuift door de nacht. Terwijl de honderden passagiers in bed liggen, voert de veerboot van Stena Line hen van Hoek van Holland naar Harwich. Retourtje over de Noordzee.

L. Vogelaar
1 August 2008 20:48Gewijzigd op 14 November 2020 06:11
Oversteek naar Harwich, door het nachterlijk duister. Foto's RD. Anton Dommerholt.
Oversteek naar Harwich, door het nachterlijk duister. Foto's RD. Anton Dommerholt.

De Harwichweg in Hoek van Holland wijst de bestemming van de Stena Brittannica al aan. Een lange loopbrug leidt omhoog; de ingang is op de zevende verdieping. Services manager Malcolm Eley weet precies wie en wat hij deze avond aan boord krijgt: 422 passagiers -een deel van hen met hun auto- en 99 vrachtwagens.Passagiers stommelen door de nauwe gangetjes. De hutten liggen op de zevende, de achtste en de negende verdieping. Tien is voor de bemanning. Op het benedendek razen de koelmotoren van de trailers die aan de ketting gelegd zijn.

De veerboot naar Engeland is groots. Kijk vanaf verdieping negen naar een containerschip dat door de Nieuwe Waterweg glijdt: het is niet meer dan een hulk op legoformaat. Een dapper sleepbootje sjort een baggerbak buitengaats. In de verte ligt de Maeslantkering en over de kassen van het Westland heen zijn de kantoortorens van Den Haag te zien.

22.10 uur: Trossen los! Onopgemerkt komt het schip in beweging. Het draait scherp om z’n as, want de Nieuwe Waterweg is maar smal. De schoorstenen stoten een wolk grauwbruine rook uit. De zee blikkert in het zonlicht. Op het dek genieten passagiers van het uitzicht. Rechts komt de pier van Hoek van Holland voorbij, links de Tweede Maasvlakte. De zon neigt ter kimme; het is om poëtisch van te worden. Bij een zwak noordoostenwindje wordt het een rustige tocht.

23.00: De zon is in de zee gezakt. Sigaretten gloeien op in het duister. De boeg splijt het water; een schuimspoor wijkt uiteen. „Varen blijft leuk”, zegt een eindredacteur van dagblad Het Parool die elk jaar Engelandvaarder is. Links en rechts ligt een rij schepen te wachten op toegang tot Europoort.

Op de brug draagt kapitein Robbertson het schip over aan de officier die de nacht uitzit. Twee weken lang is Robbertson onafgebroken aan boord. „Na een reeks nachtdiensten heb ik een paar dagen nodig om weer in m’n ritme te komen.”

De snelheid loopt op tot 22 knopen. „Bij ruw weer gaan we langzamer. Alleen bij extreme storm varen we niet. We blijven wel eens buiten de haven liggen tot de wind wat afneemt.” Zeeziek is de kapitein nog nooit geweest.

Lek
Telefoon. De chef machinekamer deelt mee dat een van de vier motoren wordt stilgelegd, omdat er een lek in een rookkanaal is ontdekt. De snelheid van het schip neemt nauwelijks af, wijst Robbertson op een van de schermen in de stuurhut. Met een kleine knop wordt de koers van het schip bepaald. Het grotere stuurwiel wordt alleen gebruikt om de haven in en uit te varen.

Robbertson gaat voorop tijdens de afdaling naar de machinekamer, van de tiende naar de eerste verdieping. Het contrast is groot: zo stil als het op de brug was, zo oorverdovend is het lawaai bij de motoren. Hier bonkt het hart van het schip. Warmte golft naar buiten als de schuifdeuren opengaan. Bezwete monteurs rusten uit bij de airco in de controlekamer. Van de zee zien ze niets.

Van de 77 bemanningsleden werken er 29 in de stuurhut, op het dek en in de machinekamer, 48 in de restaurants en bij de schoonmaakdienst. De bemanning bestaat hoofdzakelijk uit Britten en Filipijnen. Verder zijn er zes Nederlanders en een handvol Russen aangemonsterd. A. van der Lugt, gebruinde Rotterdammer, is chef van het metropolitaanse restaurant. Met weidse gebaren beschrijft hij het leven aan boord: „Acht dagen werken, dan zes dagen vrij, wie heeft dat het hele jaar door? Vijf uur slaap, aantal uren werken, dan weer twee uur slaap, uurtje gymmen, halfuur sauna, uurtje op ons eigen zonnedek, daarna weer aan het werk. Een prachtig leven.”

Met de Britten is het „heerlijk werken. Als er mensen tekort zijn, lopen ze allemaal wat harder in plaats van mensen van andere schepen weg te plukken.”

Verlengd
00.00: De helft van de maan is oranje, de andere helft zwart. Een handvol mensen geniet nog van de zwoele zomernacht. Hier en daar flakkeren lichtjes op de stille zee.

In de twee restaurants wordt het steeds rustiger. De passagiers gaan naar hun kooi. Daar deinen ze in slaap, of doorwaken de ruim zeven uur durende overtocht. De catamaran Discovery deed het twee keer zo snel, maar werd begin vorig jaar uit de vaart genomen omdat hij te veel brandstof slorpte. De beide andere veerboten op deze route, Stena Brittanica en Stena Hollandica, werden in het Duitse Bremerhaven doormidden gezaagd en met 52 meter verlengd. Nu schuift er dik 240 meter schip door de donkere nacht. Kalmpjes deint de schuit de Noordzee over. Vinnen aan weerszijden van de boeg houden hem in evenwicht.

Spek
3.15 uur, Engelse tijd: De Stena Brittanica huivert. IJzeren plaatwerk rammelt als de propellers de veerboot naar de kade van Harwich manoeuvreren.

3.30: De kabels liggen om de boeien;de schuifdeur aan de voorkant kan open. De vrachtwagens vertrekken direct om op tijd te zijn voor de markt in Londen.

5.00: De keuken komt tot leven. Grote pannen staan te walmen; stalen koelcellen worden geleegd. Een halfuur later worden de passagiers gewekt, om 6.30 uur -aan boord wordt steevast de Engelse tijd aangehouden- mogen ze van boord. Tussentijds is er een royaal ontbijt. Een lange rij gedouchte en ongedouchte hoofden trekt langs het buffet. Spek, worst, eieren, witte bonen… „En sommige mensen willen ’s morgens vroeg al bier”, zegt ober Paul met enig afgrijzen. De hutprijs is begin dit jaar verlaagd, maar de maaltijden zijn er niet langer bij inbegrepen.

8.00: De verslaggever en de fotograaf zijn de enige passagiers die aan boord blijven. Bedden worden verschoond, vloeren gedweild. Dan stroomt het schip weer vol: 636 man gaat mee naar Nederland.

9.10: Kapitein Robbertson steekt van wal. Door een glasplaat in de vloer van de brug kan hij het schip zien loskomen. Alles trilt en schudt als drie propellers de veerboot in de goede richting draaien. De stuurhut biedt een groots uitzicht op de haveninstallaties. Het kanaal buigt om Harwich heen. Kalm geeft Robbertson de uitbundig gapende roerganger instructies. Stena koerst het zeegat uit. Een vaartocht van zeven uur ligt voor de boeg. Onder een wolkeloze lucht.

Dit is de vierde aflevering in een serie artikelen van verslaggevers die een nacht op reportage gaan.

Meer over
Een nacht in...

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer