Olieprijs bezorgt olieconcerns torenhoge winsten
De hoge olieprijs heeft de oliereuzen van deze wereld geen windeieren gelegd. Gezamenlijk schreven het Nederlands–Brits Shell, het Amerikaanse ExxonMobil en het Britse BP over het tweede kwartaal een slordige 33 miljard dollar aan nettowinst in de boeken. Intussen groeit de onrust aan de pomp over de hoge brandstofprijzen.
De oliemaatschappijen kunnen hun recordwinsten naar eigen zeggen goed gebruiken. Olie is steeds moeilijker uit de grond te halen en de vraag stijgt. Shell alleen al verwacht dit jaar 35 à 36 miljard dollar te investeren, inclusief acquisities.„De uitgaven aan nieuwe exploratiegebieden en acquisities stijgen", stelde topman Jeroen van der Veer donderdag in een toelichting op de cijfers. „Het is het grootste investeringsprogramma in onze geschiedenis".
Shell deed in de eerste helft van het jaar vier belangrijke ontdekkingen, respectievelijk voor de Nigeriaanse kust, in Australië, Brunei en in de Verenigde Staten. De komende achttien maanden begint het concern met vijf nieuwe projecten, die in totaal een productie van 250.000 vaten olie per dag toevoegen en 3,6 miljoen ton LNG.
De olieprijs lag in het tweede kwartaal gemiddeld op 120 dollar per vat, bijna het dubbele van de prijs voor een vat in dezelfde periode een jaar eerder. Onlangs steeg de prijs kortstondig zelfs naar een recordhoogte van 147 dollar per vat.
In Engeland leidde de torenhoge winst van BP deze week tot een oproep van de Britse vakbonden aan de regering om extra belasting te heffen op de winst van het olieconcern en andere energiebedrijven. „Laten we hopen dat dat niet gebeurt", zei Shell–topman Van der Veer in een reactie daarop. „Ik zie niet hoe dat goed nieuws kan zijn voor de consument op langere termijn".
In Nederland lopen de vakcentrales niet warm voor het plan. „Het is niet uitvoerbaar en politiek niet haalbaar", stelt een woordvoerster van vakcentrale FNV. Het CNV maakt het niet uit hoe de overheid ingrijpt, als ze maar werkt aan het behoud van de koopkracht. Beide vakcentrales willen uitstel van de btw–verhoging naar 20 procent, die het kabinet voor 1 januari plant.
Shell overblufte donderdag de markt met een hoger dan verwachte kwartaalwinst. Tegen actuele voorraadkosten en exclusief eenmalige posten kwam het resultaat in het voorbije kwartaal 24 procent hoger uit op 8,6 miljard dollar (circa 5,5 miljard euro). Dit is exclusief een eenmalige bate en lasten van in totaal 750 miljoen dollar die te maken hadden met de sterk gestegen energieprijzen. Analisten hadden gemiddeld gerekend op een resultaat van 8,3 miljard dollar.
Het grootste deel van het resultaat van Shell, bijna 5,9 miljard dollar, was toe te schrijven aan de divisie exploratie en productie. De winststijging van het onderdeel bedroeg 90 procent. De divisie profiteerde van de hoge olie– en gasprijzen en haalde meer gas uit de bodem. De olieproductie daalde echter en het bedrijf had te maken met hogere kosten.
Shell pompte, exclusief de productie van bitumen uit oliezanden in Canada, in het voorbije kwartaal 3,054 miljoen vaten olie–equivalent per dag op. Dat was iets minder dan een jaar eerder. Het concern haalde 6 procent minder olie uit de grond, maar daar stond een 6 procent hogere gasproductie tegenover.
Het onderdeel olieproducten had nog altijd te maken met lagere raffinagemarges en hogere kosten. Toch steeg de winst. Vergeleken met een jaar eerder waren de marges in Europa lager en aan de Amerikaanse golfkust en westkust waren ze „significant" lager. In Azië waren ze hoger.
Lagere marges en hogere kosten drukten bij de divisie chemicaliën zichtbaar het resultaat. In april zei financieel topman Peter Voser dat de raffinagemarges nog wel twee tot drie jaar onder druk blijven.