Cultuur & boeken

Deernis met verdwaalde mensen

Titel:

Door J. C. Karels
5 December 2001 09:05Gewijzigd op 13 November 2020 23:18

”De schuiftrompet. Verzameld proza”
Auteur: C. C. S. Crone
Uitgeverij: De Prom
Baarn, 2001
ISBN 90 6801 795 0
Pagina’s: 206
Prijs: € 15,87 (ƒ(34,95). Titel: ”Het Utrecht van C. C. S. Crone. Vijf wandelingen”
Auteur: Frans Crone
Uitgeverij: De Prom
Baarn, 2001
ISBN 90 6801 767 5
Pagina’s: 167
Prijs: € 15,87 (ƒ(34,95).

De Utrechtse schrijver C. C. S. Crone ging in de jaren dertig een eigen weg in de literatuur. Terwijl de ”groten” probeerden internationale allure te krijgen, situeerde hij zijn verhalen in de intimiteit van de kleine Utrechtse burgerij, met haar eigen binnenpretjes en gemoedelijkheid.

„Ontslagen? vroeg Eefje nog eens, en er rolden twee aardappelen van haar schoot. De aardappels rolden van de tafel en hij bleef in die richting staren. Toen reikte zij haar handen omhoog naar zijn hoofd, dat zich niet troosten liet.” Willem Dunges –want over dit personage gaat het– neemt de schuiftrompet van de muur. Die moet hij de volgende dag naar de personeelsfanfare terugbrengen. Want zijn baan is hij kwijt.

Het korte verhaal ”De schuiftrompet” is een van de bekendste creaties van C. C. S. Crone (1914-1951). Het verscheen in de gelijknamige bundel verzameld proza in 1947. Donderdag 8 november 1951 werd Crone plotseling niet goed op kantoor. De volgende dag overleed hij ’s middags aan polio, 36 jaar oud. Vijftig jaar na zijn overlijden is in de bestrating ter hoogte van Oudkerkhof 26 een gedenksteen aangebracht. De tekst is ontleend aan een losse notitie van Crone: „Utrecht, stad van zachte idioten – ik werd er zelf geboren.”

Het is vaker vastgesteld: er is geen Utrechtser schrijver dan Crone. In oktober werd zijn sterfjaar herdacht. Ter gelegenheid daarvan verscheen een herdruk van ”De schuiftrompet”, met daarin opgenomen de verspreide verhalen en de drie bekende novelles ”Gymnasium en liefde” (1936), ”Het feestelijke leven” (1939) en ”Muziek over het water” (1940). Op poëtische manier heeft Crone in zijn verhalen de sfeer van Utrecht in de jaren dertig weten op te roepen. Clare Lennart, evenals Crone verknocht aan het zuidelijk deel van de binnenstad, heeft hem ooit een „groot wandelaar” genoemd. Zijn werk bevat ten minste 120 verwijzingen naar straten, pleinen, sloppen en stegen. De novelle ”Het feestelijke leven” is één lange wandeling, waarin de hoofdpersoon Henk Buysman terugblikt op zijn leven: zijn jeugd, zijn eerste ontmoeting met Claartje, een kortstondig huwelijksgeluk en zijn ontslag als bankemployé.

Papieren strookjes
Opmerkelijk is de compactheid van Crones proza, dat, schreef eens iemand, „als hagel op je afkomt, pang, pang, pang. Mededeling op mededeling, scherp als glas.” Die bondigheid is wel te verklaren, en niet alleen vanuit het feit dat hij oomzegger was van de bekende dichter Jan Engelman. In Het Hollandsch Weekblad van april 1940 vertelt Crone over zijn werkwijze, die „afschrikwekkend omslachtig” is: „Ik heb mij namelijk aangewend, de essentialia van alles, wat mij in het dagelijks leven ontroert, te noteren. Ik ren evenwel niet dadelijk naar mijn schrijfbureau om mijn inspiratie hals over kop in uitbundige regels te vieren. Gedurende meer dan een jaar blijf ik al die ontroeringsfactoren verzamelen. (…) Nadat ik de vele honderdtallen papieren strookjes, welke elk een gegeven bevatten, op de vloer in de door het verhaal vereiste opeenvolging aan elkaar heb gelegd, requireer ik de lijmpot en plak ze in een register.” In een interview noemt Crone als voordeel van die methode dat hij van elke zin een voltreffer kan maken. En zo in enkele bladzijden meer onder woorden brengen dan anderen in een roman klaarspelen.

Witte seringen
Maar wie Crone alleen wil zien als een tekenaar van het bonte, pittoreske straatleven, doet hem niet helemaal recht. Met zijn ingenieuze systeem distilleert hij de vele indrukken, alsof hij geheimschrift ontcijfert. Nog eens Lennart: „Deernis met de kleine mensen die door het leven kunnen dwalen, oog en oor voor poëzie en een hem speciaal eigen soort van zachte grappigheid geven Crones verhalen een bijna magische intensiteit. Wij lezen niet alleen over zijn mensen, zij nemen bezit van ons.” Juist die aandacht voor het kleine, gewone en menselijke maakt Crone tot een van ons. „Toen werd dat Lientje wakker en zei, dat Harries arm verder dan zijn eigen helft van het bed lag.”

Crone durfde het aan een eigen weg in de letteren te volgen. Terwijl de ’groten’ proberen internationale allure te krijgen, situeert hij zijn verhalen in de intimiteit van de kleine burgerij, met haar eigen binnenpretjes en gemoedelijkheid. En met haar ernst. In ”Gymnasium en liefde” word je halverwege het verhaal vanuit het klaslokaal meegenomen naar de dodenakker, waar de vader van een leerling zijn laatste rustplaats bereikt:

„Het carillon speelt. In de klas trekken de meisjes bloemblaadjes van de geraniums af en strooien ze dan bij elkaar in de haren.

”Flauwe meiden” zegt Bertus.

Nu wordt Weyssen begraven. (…) Er is een landauer vol bloemen. Die hebben aan de weduwe al heel wat zorgen gegeven in de warmte. Nog diep in de nacht stond ze bij het gootsteentje te ploeteren.

De dochter uit Heerlen en Ina strooien witte seringen op de neergelaten kist. Een zwarte handschoen dwarrelt mee, maar niemand merkt het.”

Frans Crone geeft achter in ”De schuiftrompet” een verantwoording van de eerste editie van zijn vaders werk. In ”Het Utrecht van C. C. S. Crone” beschrijft hij vijf wandelingen waarin Utrechtse plaatsen worden aangedaan die voor de schrijver van betekenis zijn geweest. De routes zijn op een heldere manier beschreven, doorspekt met citaten uit Crones werk en van tijdgenoten en literatuurcritici. Het boekje bevat zo’n honderd, voor het grootste deel historische, foto’s.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer