Onverrichter zake naar huis
De onderhandelingen over een verdere liberalisering van de internationale handel zijn mislukt. Ministers van ongeveer 35 landen gaan opnieuw onverrichter zake huiswaarts van het vrijhandelsoverleg dat nu al bijna zeven jaar duurt. Een overzicht.
NOVEMBER 2001: De WTO-leden komen voor het eerst samen in de Qatarese stad Doha om de wereldwijde economische groei een impuls te geven door handelsbeperkingen uit de weg te ruimen of in elk geval te verminderen. Er wordt afgesproken voor 1 januari 2005 een akkoord te sluiten.(is0(JANUARI 2002: In Genève, het hoofdkwartier van de Wereldhandelsorganisatie, worden de thema’s waarover moet worden gesproken, verdeeld over verschillende onderhandelingsgroepen.
MAART 2003: De eerste barsten in de onderhandelingen worden zichtbaar. De WTO-leden missen verschillende deadlines voor het terugdringen van tariefmuren voor de landbouw en subsidies voor de productie in eigen land. Ook de onderhandelingen over de industrie lopen de eerste vertragingen op.
SEPTEMBER 2003: De deelnemende landen komen voor een nieuwe WTO-top bijeen in het Mexicaanse Cancun. Ontwikkelingslanden maken een voorstel van de Verenigde Staten en Europa over de landbouw met de grond gelijk. Onder leiding van India en Brazilië wordt het onderhandelingsblok van ontwikkelingslanden de G-20 gevormd. De onaangename sfeer leidt tot een vroegtijdig einde van de top.
JULI 2004: Onderhandelaars worden het in Genève eens over een raamwerk om de Doharonde tot een einde te brengen, maar de belangrijkste knopen worden niet doorgehakt. De gestelde deadline wordt niet gehaald.
DECEMBER 2005: De WTO houdt in Hongkong zijn inmiddels vijfde ministeriële bijeenkomst. De landen spreken af om exportsubsidies voor de landbouw voor 2013 te schrappen. De onderhandelingen lopen stuk op afspraken over subsidies voor de landbouwproductie in eigen land en de tarieven.
JULI 2006: De onderhandelingen worden opgeschort omdat de zes belangrijkste partijen -de VS, de Europese Unie, Brazilië, India, Japan en Australië- er niet in slagen de impasse over de landbouwsector te doorbreken. In februari het jaar erop worden de onderhandelingen hervat.
JUNI 2007: Wederom mislukken de gesprekken. India en Brazilië vinden dat de Verenigde Staten en de Europese Unie te weinig concessies willen doen en een te grote toegang tot de opkomende markten vragen.
JUNI 2008: Een select groepje ministers komt bij elkaar om het raamwerk voor afspraken over de internationale industrie en landbouw vorm te geven, met het doel de rest later in te vullen met alle deelnemende landen.
JULI 2008: De deelnemende landen komen weer bij elkaar in Genève. Op 29 juli lopen de onderhandelingen stuk, onder meer omdat de Verenigde Staten en India het niet eens kunnen worden over de mate waarin arme landen hun boeren mogen beschermen tegen excessieve stijgingen van de import van landbouwproducten.