Drie weken logeren bij vreemde mensen
Drie weken Nederland. Zon, zee, strand, lekker eten, achtbanen, speeltuinen en zwembaden. Dat is het vooruitzicht voor 148 Bosnische kinderen, die maandag naar Nederland vertrokken met een vliegtuig van de luchtmacht. Huis en haard achterlatend, als ze die al hebben.
„We gaan nooit op vakantie.” Begeleider Vladimir Tanic weet zeker dat dit de eerste keer is dat zowel hij als de Bosnische kinderen een blik over de grens werpen. De meeste Bosniërs zijn te arm om in de lange zomervakantie ergens anders naartoe te trekken. Als ze al werk hebben, zijn hun inkomsten geen vetpot.Hij staat in de hal van het vliegveld Banja Luka in Bosnië. Voor hem roepen, gillen, lopen, zitten en rennen bijna 150 kinderen in de leeftijd van 8 tot 12 jaar uitgelaten rond. In een hoekje van de vertrekhal kijken drie jongens gebiologeerd naar buiten. Daar staat-ie, de machtige reus die hen zo meteen de lucht in brengt. „Dit zijn de allerarmste kinderen”, legt Tanic uit. „Er was maar één criterium waarop we ze uitzochten, en dat was de mate van armoede.”
Niet dat het kiezen heel moeilijk was. Het is al voor het derde jaar achtereen dat Bosnische kinderen in Nederland vakantie mogen houden, en telkens was de school van Tanic erbij betrokken. Bovendien: veel Bosnische ouders laten hun kinderen niet gaan. Te eng, dat reizen met een vliegtuig. Te eng, drie weken hun kinderen niet zien. Te eng, het kind naar een onbekende bestemming sturen. „Drugs, criminaliteit en kinderporno”, noemt Tanic wat afschrikwekkende Nederlandse stigma’s op.
Een uur later zijn alle kinderen eindelijk ingecheckt en zet het luchtmonster zich in beweging. De motor brult als het gevaarte over de startbaan begint te rijden. Kinderen gillen verrukt als de snelheid toeneemt. Ze drukken elkaar plat tegen de raampjes, in de hoop iets op te vangen van het voorbijflitsende groene landschap en juichen als de kist loskomt van de grond. Een daverend applaus voor de piloot klinkt door het meterslange vrachtvliegtuig.
Natasa Mitrovic, een volwassen begeleider, leunt wat duizelig achterover in haar stoel en drukt haar handen op haar buik. Met een beverig lachje zegt ze: „Dit is de eerste keer in mijn leven dat ik vlieg.” „Een onvergetelijke ervaring”, roept bestuurslid Van de Repe van stichting Europa Kinderhulp, naast haar, enthousiast. „Ik hoopte eigenlijk terug te kunnen gaan met de bus”, mompelt Mitrovic.
Nu de riemen los mogen, laten de kinderen zich gaan. Alle spanning van het vliegen en het vooruitzicht straks drie weken bij vreemde mensen te logeren, reageren ze op elkaar af.
Kinderen lopen van hot naar her. Zakken snoep en chips komen op tafel. Begeleiders laten de teugels wat vieren. Straks, als het vliegtuig gaat landen, is het vroeg genoeg om hen tot stilte te manen. Nu zijn ze nog samen, straks moeten ze zich met Nederlandse kinderen zien te redden.
Hoe het gastgezin wordt voorbereid op de komst van een Bosnisch kind? „Van tevoren hebben we een gesprek met de gastouders en worden ze gescreend door justitie”, zegt bestuurslid Henk van der Velden van stichting Europa Kinderhulp. „Ze krijgen informatie over Bosnië tijdens een speciale samenkomst voor alle gastouders. Hun wordt geadviseerd er rekening mee te houden dat het vaak moslimkinderen zijn en dat zij dus geen varkensvlees eten.”
„Ze moeten na drie weken zelf de tas van het kind inpakken”, vult Van de Repe aan. „Anders nemen ze dingen uit je huis mee. Geen waardevolle dingen, maar gewone spulletjes die ze graag willen hebben. En ze moeten er rekening mee houden dat onze persoonlijke hygiëne heel anders is als die van de meeste Bosniërs. Soms hebben de kinderen maar weinig schone kleren bij zich.”
„Ze moeten van cultuurverschillen weten”, bedenkt Van Geel, directrice van de stichting. „Sommige kinderen gaan namelijk boven op de toiletpot staan als ze hun behoefte moeten doen, omdat ze in Bosnië hurk-wc’s hebben.”
„Ze moeten niet te veel worden verwend”, sluit Van de Repe de waslijst aan adviezen. „Thuis worden ze streng opgevoed. Als je hier de teugels laat vieren, heb je binnen een week een monster in huis.”
Of de kinderen zijn voorbereid op de cultuurschok die hun hier in Nederland te wachten staat? Begeleider Vladimir Tanic haalt zijn schouders op. „Ze weten van Van Nistelrooij, Van der Vaart en Robben”, lacht hij. „Sommigen denken dat jullie allemaal op klompen lopen, in molens wonen en tulpen voor het huis hebben staan.”
Milica, een 9-jarig meisje, weet het beter: „Het is warm in Nederland, er is heel veel water en er wonen heel lange mensen.”
In haar zak heeft ze een foto van haar familie. Voor als ze heimwee krijgt.