In China’s verborgen kampen regeert de willekeur
Onder het motto ”heropvoeding door arbeid” zuchten nog altijd honderdduizenden Chinezen in werkkampen. Het Chinese mensenrechtenbeleid ligt veelvuldig onder vuur, maar het systeem van ”laodong jiaoyang” krijgt over het algemeen weinig aandacht. De politiek gebruikt het systeem -in de volksmond ”laojiao”- om iedereen die lastig is, op te sluiten. In sommige provincies zijn ook leiders van lokale huiskerken het slachtoffer.
Het gebit van Li Zhiyan heeft betere tijden gekend. Moeizaam werkt hij zijn noedels weg, in een kaal en leeg restaurant in het zuiden van Peking. Het merendeel van zijn tanden verloor hij in een werkkamp in de stad Jixi, in de noordoostelijke provincie Heilongjiang. Twee jaren ”heropvoeding door arbeid” leverden hem lichamelijke klachten op, maar erger is dat hij zijn vrouw verloor. Li Zhiyan zegt dat zij door politieagenten werd doodgeslagen toen hij in het kamp zat. „En zij was een voorbeeldige communist.”Naast hem zit Li Guozhu, die zwijgt en de ander zijn verhaal laat vertellen. Dan barst hij opeens los: „Er is geen rechtspraak, geen recht. Ze hebben ons gewoon in het kamp gestopt, zonder reden. De omstandigheden van laojiao zijn erger dan die in de gevangenis. Slecht eten, zwaar lichamelijk werk en bewakers die ons mishandelden.” Li Guozhu bracht drie jaar in hetzelfde kamp door als Li Zhiyan. De harde aanpak door de kampbewaarders heeft beide mannen alleen maar vastberadener gemaakt hun verhaal te vertellen.
Volgens officiële cijfers uit 2007 telt China ruim 300 administratieve heropvoedingskampen, met zeker 300.000 gedetineerden. Het laojiaosysteem is minder bekend dan ”laogai”, dat inmiddels als synoniem voor de Chinese goelag in het woordenboek is opgenomen. Het grote verschil is dat Chinezen alleen door de rechter naar een laogai kunnen worden gestuurd. Laojiao valt echter niet onder het strafrecht. Het is een administratieve maatregel, waarmee de politie mensen tot drie jaar in een werkkamp kan plaatsen, met de mogelijkheid van een jaar verlenging. Merkwaardig genoeg is dat langer dan minimumstraffen in het strafrecht.
Het laojiaosysteem is ontaard, is de conclusie van Chinese hervormers. Aanvankelijk was het bedoeld om mensen te corrigeren en buiten het strafrecht te houden. De maaregel kan worden opgelegd aan kruimeldieven, medeplichtigen aan roof, moord, verkrachting of brandstichting, vandalen, prostituees, relschoppers, mensen die de veiligheid van de spoorwegen in gevaar brengen en werkweigeraars. Maar ook expliciet aan „aanhangers van sektes of geheime genootschappen”, waardoor ook leden van christelijke huiskerken en aanhangers van de verboden beweging Falun Gong regelmatig in heropvoedingskampen belanden. De wet beoogt deze mensen „te transformeren in nuttige, capabele mensen die zich aan de wet houden (…) door streng toezicht, diepgaande politieke, ideologische, culturele en technische educatie en door lichamelijke arbeid.”
Uit het relaas van de twee ex-gevangenen blijkt dat educatie geen prioriteit heeft. Wel de lichamelijke arbeid. Zeventien uur per dag, zeven dagen per week. „Vaak waren er maar twee maaltijden per dag, en niets warms. Nooit mochten we rusten of naar huis, zelfs niet tijdens het Chinees Nieuwjaar”, vertelt Li Guozhu. „Soms waren mensen zo moe dat ze flauwvielen, maar dan kwamen er bewakers. Ze gebruikten stokken of scheppen om ons mee te slaan. Ze braken mensen hun armen en benen. Eén keer heb ik gezien hoe ze iemand doodsloegen. Toen zeiden de bewakers dat hun slachtoffer was overleden aan zelfverminking.”
Het systeem is hard aan herziening toe, vindt Liu Renwen, regeringsadviseur en hoogleraar strafrecht in Peking. „Laojiao wordt bekritiseerd door de internationale gemeenschap, en zelfs door onze eigen juristen. Het grootste probleem is dat de politie kan beslissen wie ernaartoe gaat en voor hoelang. Er komt geen rechtbank aan te pas.”
In de praktijk kunnen lokale autoriteiten dankzij laojiao iedereen opsluiten die ze lastig of vervelend vinden. Li Zhiyan vertelt dat hij in zijn dorp in de provincie Heilongjiang corruptie op het spoor kwam. Toen hij daarmee naar buiten trad, stuurde de politie hem naar het werkkamp. Ook Li Guozhu raakte in de problemen toen hij protesteerde tegen corrupte overheidsfunctionarissen.
In het werkkamp van Jixi zat volgens hen ongeveer 30 procent van de gedetineerden eveneens om politieke redenen vast. Nog eens 10 procent zat in het kamp omdat ze aanhangers waren van de verboden religieuze beweging Falun Gong.
Ook christenen die zich niet willen aansluiten bij de Chinese staatskerk worden door de politie geregeld naar een werkkamp gestuurd. In een document over een vorig jaar veroordeelde huiskerkleider uit Shandong staat dat „Zhang Gemin een slechte en onwettige cultus beoefent. Daarom veroordeelt het comité hem tot een jaar heropvoeding door arbeid (…) Zhang Gemin is gestuurd naar het kamp van de stad Jining voor heropvoeding door arbeid.”
Zo’n comité bestaat uit lokale politieofficieren, die vallen onder het ministerie van Openbare Veiligheid (PSB). Er is geen mogelijkheid tot beroep, de gevangenen zijn overgeleverd aan de willekeur van de plaatselijke autoriteiten.
Hoewel er ook binnen de Communistische Partij steun is voor herziening van het systeem kreeg een wetsvoorstel om laojiao te hervormen vorig jaar onvoldoende steun van het Volkscongres, het Chinese parlement. Liu denkt dat de PSB zijn machtsinstrument niet af wil staan aan het hof.
Nu in de aanloop naar de Olympische Spelen orde en veiligheid de hoogste prioriteit krijgen, is de kans op hervorming minimaal. Alles wijst erop dat laojiao er flink aan heeft bijgedragen dat de straten van Peking er momenteel zo netjes uitzien. Waar zijn de bedelaars gebleven die altijd bij de zijdemarkt rondhingen? De prostituees en de straatverkopers? Heropvoeding door arbeid, opgelegd door de politie, heeft een nieuwe impuls gekregen. Dat maakt Li Zhiyan bitter. „In China lopen de wetsovertreders vrij rond, terwijl onschuldige mensen gevangen zitten.”