Apeldoorner Pim Overzier wellicht levend begraven
Het is mogelijk dat de Apeldoorner Pim Overzier levend is begraven. Dat verklaarde officier van justitie Wemes woensdag voor de rechtbank in Zutphen in de rechtszaak tegen de 57-jarige H. H. uit Ede.
H. wordt ervan verdacht de 38-jarige Overzier vorig jaar te hebben vermoord. De Edenaar werd op 27 januari, twee maanden voor de ontdekking van het dode lichaam van Overzier, aangehouden. Hij heeft altijd ontkend de man te hebben vermoord.
Tot op de dag van vandaag kan de patholoog-anatoom geen doodsoorzaak vinden. Hij denkt aan verstikking maar heeft daarvoor niet voldoende bewijs. Daardoor is het mogelijk dat de Apeldoorner levend is begraven in een 1 meter diep gat.
Advocaat Van Voorthuizen van H. concludeerde daarop dat het dan ook goed mogelijk is dat Overzier een natuurlijke dood is gestorven. Het openbaar ministerie heeft vooral technisch bewijs in de zaak tegen H.
Eerder werd een schop gevonden waaraan bepaalde leemresten kleefden die vooral te vinden zijn in het gebied waar de dode werd aangetroffen. De verdachte zou bovendien een goed motief hebben gehad om Overzier te vermoorden: jaloezie.
De Apeldoorner was namelijk verliefd op de vriendin van de Edenaar. De vriendin was een collega van Overzier. De verdachte organiseerde een valse blind date voor Overzier. Van Overzier werd vervolgens nooit meer iets vernomen.
De rechtbank besloot de verdachte, ondanks het verzoek van zijn advocaat, vast te houden. De zaak wordt op dinsdag 19 november vervolgd. Dan gaan de leden van de rechtbank een kijkje nemen op de plek in het bos bij Dronten waar het lijk van Overzier in maart dit jaar werd gevonden.
Op dinsdag 17 december wordt de rechtszaak in de rechtbank vervolgd.