Geen verschil tussen dag en nacht
De centrale hal van Schiphol baadt in het neonlicht. Het geel van de aanwijsborden lijkt door de duisternis nog feller op te lichten. Het is middernacht; toch spoeden zich nog talloze reizigers naar hun gate. De luchthaven slaapt nooit.
23.46 uur: Het ondergrondse NS-station is vrijwel leeg. De intercity levert zijn laatste passagiers af op het perron. Schiphol mag dan het eindpunt zijn van deze trein; voor de meeste mensen begint de reis hier pas echt. Gehaast begeven ze zich met hun koffers naar boven, richting vertrekhal.23.55: In de centrale hal is het rustig. De meeste winkeltjes zijn gesloten. Midden in de immense ruimte hangt een jong stel verveeld op een bank. Zin in een praatje heeft het tweetal niet, maar na enig aandringen vertellen ze dat ze op weg zijn naar huis, naar de Sloveense hoofdstad Ljubljana. Na een trektocht door Schotland zijn ze via Londen op Schiphol aanbeland. „Amsterdam was alleen maar regen”, klagen ze. „We willen naar huis, maar we moeten nog tot 6.00 uur wachten op onze vlucht.”
0.10: Vannacht is de Amsterdamse luchthaven het vertrekpunt van tientallen goedkope chartervluchten. De beeldschermen met ”departures” vermelden uitsluitend populaire vakantiebestemmingen als Faro, Ibiza, Antalya en Las Palmas. Gekleed alsof ze al onder de Spaanse zon zitten, melden de vakantiegangers zich in vertrekhal 3. Voor de incheckbalies vormen zich de eerste rijen. Het vliegveld wordt in de zomer overspoeld met reizigers. Alleen al in juli en augustus doen maar liefst 9,7 miljoen passagiers de luchthaven aan. Gisteren was het met 175.000 mensen de drukste dag van het jaar. Topdrukte dus. En dat gaat dag en nacht zo door.
0.25: Berend-Jan en Geertje Koenderink uit Ermelo zijn met de een na laatste trein naar de luchthaven gekomen. Samen met hun twee kinderen moeten ze nog uren wachten. Hun vlucht naar de Turkse badplaats Alanya gaat pas om 4.15 uur. „We stappen voor het eerst sinds zestien jaar weer in het vliegtuig”, zegt vader Koenderink. „Best een beetje spannend dus.”
0.30: „De aankomstpiek ligt tussen 1.00 en 4.00 uur”, vertelt grondstewardess Charlene. Met collega Kelly is ze op weg naar haar dienst. „Na vieren komen de vertrekkende vluchten weer op gang.” Voor die tijd moeten nog duizenden passagiers worden ingecheckt. De twee, gekleed in het stereotiepe blauwe mantelpakje, krijgen er zo’n 5400 voor hun kiezen. Toch verwachten ze een rustige nacht.
0.50: Beneden, in aankomsthal 2, is het beduidend drukker. Van achter een glazen wand kijken familieleden toe hoe de net gearriveerde passagiers hun koffers van de bagagebanden plukken. Opa en oma Helder uit Surhuisterveen wachten op hun kleindochter. „Ze komt terug van vakantie in Spanje, maar haar ouders zitten in Frankrijk. Daarom mogen wij haar ophalen.” Even later valt het roodverbrande meisje haar oma in de armen. „Nu nog even richting Friesland”, lacht Helder.
1.00: Taxichauffeur Frans Tienhoven (64) uit Den Haag staat met een bordje voor zijn buik te wachten. Gemiddeld tien keer per week haalt-ie gasten op van de luchthaven. Nu verwacht hij drie Russen met een vlucht vanuit Rome. „Zakelijke klanten”, zegt hij. „Ik moet hen voor een bedrijf bij het Scheveningse Kurhaus afleveren.” Dat gaat niet vanzelf. „Ik sta al een uur te wachten. Kort na twaalven belden ze vanaf de gate, maar ze zijn nog steeds niet hier.” Even later wordt duidelijk waarom. De koffers zijn vermist; die liggen waarschijnlijk nog in Rome en moeten worden nagezonden. Tienhoven heeft de smoor in. „Dat wordt een latertje, en morgen moet ik er weer om halfzeven uit.” Toch houdt hij het al 41 jaar vol op de taxi. „Mooi werk, man.”
1.15: Twee mannen liggen languit, verscholen achter een bankje, op de koude grond te slapen. Jas over de ogen, het moede hoofd rustend op een rugzak. Ze zijn niet de enigen die proberen een uiltje te knappen voordat hun vlucht vertrekt; overal liggen vermoeide reizigers. Ineengestrengeld op een bankje of half over hun bagage gevouwen.
2.10: Bepakt en bezakt sloft de 39-jarige Soldano uit Florence voorbij. Een paar slippers bungelen aan zijn rugzak. Hij kan z’n voeten amper nog optillen. Na een maand trekken in Afrika, „op zoek naar natuur, voordat ze helemaal verdwenen is”, gaat hij richting Spanje. „Nog een weekje bij komen, voordat ik weer naar huis, naar Italië, vertrek.” Soldano loopt al sinds de vorige ochtend vanaf 7.00 uur door Amsterdam. Zijn vlucht richting Spanje gaat pas om 6.00 uur. „Ik ben het spuugzat. Ik moet nú een plek vinden om even te maffen.”
3.10: De drukte voor de incheckbalies in hal 3 is inmiddels enorm. De rijen slingeren de halve vertrekhal door. Er vormt zich een heuse file van hoog opgeladen bagagetrolleys. Onder de wachtenden opvallend veel jongelui, ongetwijfeld op weg naar zon, zee en strand. Met een lowbudgetvlucht richting het beruchte nachtleven aan de Spaanse kusten. De slimmeriken die via internet hebben ingecheckt, worden door een steward langs de rijen geloodst.
4.30: De familie Smits uit Barendrecht schuifelt richting de gate. Hun vlucht, de HV593 richting het Griekse Chios, vertrekt over een uur. Met z’n zessen een weekje van de warmte genieten, zegt vader Smits. „We gaan nog naar Oostenrijk, maar we wilden graag de zon even zien.”
5.00: Bij de balie van Schiphol Travel Taxi wachten vermoeide reizigers op een taxi die hen huiswaarts moet brengen. Ook daar zijn de rijen lang. Niet iedereen kan op dit tijdstip nog het geduld opbrengen om rustig te wachten. „Ik sta hier al een uur”, moppert een zwaar getatoeëerde man.
5.08: De monotone stem van de omroepster maant reizigers zich naar hun gate te spoeden om aan boord te gaan. De vertrekkende vluchten komen nu pas echt goed op gang. Om de vijf minuten gaan ze de lucht in. Op een van de talrijke beeldschermen knippert achter vlucht HV593 de tekst ”boarding”. De Barendrechters mogen eindelijk hun toestel in.
5.30: Beneden, bij bagageband 15, staan tientallen mensen te wachten op hun koffers. Slechts een enkele rugtas draait tergend langzaam z’n rondjes op de meterslange transportband. „Je moet nog langer op je koffer wachten dan dat je vliegt”, foetert de familie.
5.45: Buiten, op het bus- en taxidek, schemert het. De verkeerstoren, het zenuwcentrum van de luchthaven, steekt donker af tegen de lichtbewolkte lucht. Van achter de talloze gebouwen klinkt het hoge fluiten van warmdraaiende turboprops. Veel vliegbewegingen zijn hiervandaan echter niet te bespeuren.
6.00: Hoewel voor de balies van Transavia nog altijd lange rijen staan, lijkt in vertrekhal 3 de ergste vakantiedrukte voorbij. Maar schijn bedriegt: de andere vertrekhallen zijn inmiddels ook open en het gekrioel gaat onverminderd door. Hier bestaat geen verschil tussen nacht en dag. Vermoeide reizigers mogen dan verwoede pogingen doen de slaap te vatten; de luchthaven zelf slaapt nooit.
Dit is de derde aflevering in een serie artikelen van verslaggevers die een nacht op reportage gaan.