Bussemaker: Soms in privéleven ingrijpen
De overheid mag zich bemoeien met het priveléven van burgers, vindt staatssecretaris Bussemaker van Volksgezondheid, maar moet zich niet met individuele zaken bemoeien: „Onze opdracht is: de kaders creëren om de professionals hun werk optimaal te laten doen.”
Dat betoogt de bewindsvrouw in het nieuwste nummer van het blad Socialisme en democratie van het wetenschappelijk bureau van de PvdA, de Wiardi Beckman Stichting.Dat de overheid op verschillende terreinen haar terughoudendheid verliest, is een goede ontwikkeling, meent Bussemaker. „Mijn standpunt is dat de politiek wel oordelen mag hebben over zaken die het privéleven van burgers betreffen, maar dat zij niet mag oordelen over de keuzes van specifieke individuen.”
Ingrijpen achter de voordeur is wel altijd het ultieme middel, stelt ze, nadat andere mogelijkheden zijn uitgeput. De politiek moet bovendien alleen de kaders stellen, want de sleutel voor succes ligt volgens Bussemaker bij maatwerk van professionals, zoals agenten, welzijnswerkers en huisartsen.
Dat geldt wat haar betreft niet alleen voor de jeugdzorg, maar ook voor kwesties als embryoselectie en abortus. Over embryoselectie schrijft de PvdA-bewindsvrouw: „Wat de politiek kan doen, is kaders formuleren waarbinnen de artsen vervolgens hun afwegingen maken.”
De staatssecretaris schrijft dat ze regelmatig de vraag krijgt voorgelegd met welk percentage ze het aantal abortussen wil laten dalen. „Mijn antwoord luidt dan dat ik ernaar streef om door goede voorlichting het aantal ongewenste zwangerschappen te laten dalen, maar dat ik niet wil en niet kan oordelen over de beste oplossing als een meisje of vrouw onbedoeld zwanger is geworden. Het is niet zozeer relevant of zij kiest voor abortus of voor moederschap, maar of ze in de gelegenheid is geweest om een besluit te nemen waar ze ook op lange termijn zo goed mogelijk mee kan leven.” Om die reden investeert Bussemaker in protocollen die abortusartsen kunnen gebruiken bij dat besluitvormingsproces.