Veel dierenleed bij klonen
BRUSSEL – De gezondheid van gekloonde dieren steekt zeer ongunstig af bij die van ‘gewone’ soortgenoten. Er zijn op dit moment echter geen aanwijzingen dat de consumptie van producten van eerstgenoemde categorie risico’s voor mensen met zich meebrengt.
Deze conclusies staan in een donderdag in Brussel gepresenteerd rapport van het Europese agentschap voor voedselveiligheid, in het Engels afgekort als EFSA. De Europese Commissie zegt in een eerste reactie dat de bevindingen aanleiding vormen voor toenemende zorg over de gezondheid en het welzijn van dieren. Verder blijven er volgens haar door een gebrek aan voldoende gegevens vragen open ten aanzien van de mogelijke gevaren die kleven aan voedingsmiddelen van klonen.Tot dusver worden ‘gekopieerde’ runderen en varkens in de EU niet voor commerciële doeleinden, maar alleen voor onderzoek gebruikt. Hun melk en hun vlees mogen niet in de winkel liggen. De VS hebben inmiddels wel de markt ervoor geopend.
EFSA benadrukt dat veel meer research nodig is. De conclusies berusten voorlopig op studies van beperkte omvang. Een groep van Europese ethici heeft eerder dit jaar afwijzend geoordeeld, bij de huidige stand van de wetenschap, over het klonen ten behoeve van de voedselvoorziening. De Commissie laat nog een opiniepeiling uitvoeren om inzicht te krijgen in de opvattingen onder de burgers en gaat verder een uitgebreide dialoog aan met belanghebbenden, met de lidstaten en met het Europees Parlement. EFSA organiseert in februari een conferentie over het onderwerp.
Van gekloonde dieren sterft 40 procent in het eerste halfjaar, tegen 10 procent van de jonge beesten die langs natuurlijke weg zijn geboren. Ook is er sprake van meer ziekte en meer afwijkingen. Professor Vittorio Silano van EFSA vermoedt dat dit komt door een probleem in de placenta, maar daarover bestaat geen zekerheid. Het agentschap trof in het vlees en de melk geen giftige stoffen aan en vond geen allergische reacties.
Bij kloneren wordt in het laboratorium een genetische kopie gemaakt van het originele dier. Voorstanders rekenen erop dat toepassing van deze technologie resulteert in verbeterde eigenschappen. Organisaties op het gebied van dierenbescherming verwerpen de methode.