Vrijwilligerswerk
Druk, druk, druk. Het is het bekende antwoord wanneer iemand informeert hoe het ermee gaat. Nederlanders hebben het de laatste decennia inderdaad aanzienlijk drukker gekregen. In 1985 verrichtte de gemiddelde Nederlander 19 uur betaald werk per week; inmiddels is dat opgelopen tot 26 uur. Die toename is vooral toe te schrijven aan het grotere aantal vrouwen dat betaald werk verricht.
Het kan haast niet anders of die zeven uur extra per week gaat ten koste van andere verplichtingen, zoals zorg voor de kinderen, studie of vrijwilligerswerk. Over dat laatste aspect verscheen juist deze week een nieuw onderzoek. Het Centraal Bureau voor de Statistiek meldde dat het percentage Nederlanders dat vrijwilligerswerk verricht, de afgelopen tien jaar min of meer gelijk is gebleven. Bijna 45 procent van de volwassenen zet zich wel eens belangeloos in voor de ander. De sectoren die het meest gebruikmaken van vrijwilligers zijn de zorg, het onderwijs, sportverenigingen en religieuze instellingen.In de cijfers valt op dat het aantal vrijwilligers in kerk of moskee gestegen is vergeleken met de vorige meting in 2004. Die stijging doet zich met name voor bij protestanten. Het vorig jaar verschenen rapport ”God in Nederland” toonde al aan dat het percentage kerkelijke vrijwilligers anderhalf keer hoger is dan dat bij onkerkelijken. Bovendien besteden ze er meer uren per week aan, gemiddeld 5,4. Niet ten onrechte wordt wel gesproken over het sociaal kapitaal van religie, zeker in combinatie met het andere gegeven dat kerkgangers gemiddeld veel meer geld geven aan goede doelen.
De nieuwe cijfers van het CBS geven dus aan dat dit kapitaal eerder toe- dan afneemt. Jammer dat andere media deze analyse niet hebben gemaakt. Vandaag de dag wordt godsdienst alleen gedoogd zolang die geen consequenties heeft voor het publieke domein. Tegelijkertijd is de maatschappelijke bijdrage van kerkelijke mensen kennelijk wel gewenst.
Dat de overheid daar garen bij spint, bleek uit een rapport uit Rotterdam, dat vorige week verscheen onder de toepasselijke titel: ”Tel je zegeningen”. Een op de vijf Rotterdamse kerkelijke vrijwilligers blijkt 16 tot 32 uur per maand aan vrijwilligerwerk te besteden, variërend van huiswerkbegeleiding en hulp aan daklozen tot taallessen en ziekenbezoek. Het gemiddelde ’rendement’ per christelijke kerk in de Maasstad is bijna een half miljoen euro. De kerken besparen de samenleving daarmee tussen de 110 en de 133 miljoen euro. Het kenniscentrum Movisie heeft uitgerekend dat het doortrekken van dit bedrag naar het aantal landelijke vrijwilligers de staat een jaarlijkse besparing oplevert van 3 miljard euro.
Gelet op de negatieve houding die er in de maatschappij te bespeuren valt ten opzichte van christenen mogen deze bedragen ook wel eens genoemd worden. Bovendien zou het in een tijd met een krappe arbeidsmarkt aanleiding kunnen zijn voor de overheid om vrijwilligerswerk wat positiever te bejegenen, bijvoorbeeld door de vrijwilligersvergoeding te verhogen. Daarmee stijgt het aanzien van vrijwilligerswerk en bovendien zou het vrouwen die nu geneigd zijn te kiezen voor betaald werk, stimuleren om zich juist in te gaan zetten als vrijwilliger.