Tsjetsjeense burgers vrezen gevolgen gijzeling
Tsjetsjeense burgers zijn bang dat de razzia’s en het geweld van het Russische leger in Tsjetsjenië weer gaan toenemen na de bloedige afloop van de gijzeling in Moskou. Sommige Tsjetsjenen zijn tegen die gijzelingsactie, terwijl anderen zeggen te vrezen dat er geen andere manier is om een eind te maken aan de oorlog in de Russische deelrepubliek.
„Wij zijn ook tegen het terrorisme, en het mag niet zo zijn dat wij moeten lijden wegens Bassajev en andere bandieten”, zegt Said-Chassan, een 62-jarige inwoner van de in puin geschoten hoofdstad Grozny. Bassajev is een radicale Tsjetsjeense krijgsheer.
De 56-jarige Loeiza: „Ik ben tegen dit soort terroristische acties. Op die manier gaan de Russen nog harder op ons losslaan. Waarom praat men niet over de duizenden burgers die zijn gedood in Tsjetsjenië? Ik praat niet over de strijders, maar over vrouwen, bejaarden en kinderen”, aldus de vrouw die in de oorlog twee neven heeft verloren.
De Tsjetsjeense burgers vrezen dat opnieuw gebieden worden ’uitgekamd’. Zij zijn even bang voor de Russische troepen als voor opstandige guerrillastrijders, omdat hun aanwezigheid bombardementen en razzia’s van de Russen uitlokt.
Sommige Tsjetsjenen herinneren zich ook dat de grote gijzelingsactie in 1995 in Boedjonnovsk de Russen aan de onderhandelingstafel had gedwongen. Dat leidde in 1996 tot het einde van de eerste Tsjetsjeense oorlog en de terugtrekking van de Russische troepen uit de Kaukasusrepubliek.
De 38-jarige Islam: „De rebellen zullen doorgaan met dit soort aanvallen zolang Rusland niet naar de onderhandelingstafel gaat. Waarom kan men heel Tsjetsjenië gijzelen, en dan verordonneren dat er sprake is van terrorisme als het om achthonderd personen in Moskou gaat?”
Assia Chatieva, een 29-jarige Tsjetsjeense: „Wij zijn vandaag de dag allemaal gijzelaars, zowel van de Russische soldaten als van de opstandige strijders. En wij zullen elke dag sterven, van de bombardementen, bij de razzia’s - of gewoon van de angst.”