Minister in beroep om importbruid
Minister Hirsch Ballin van Justitie gaat in beroep tegen twee rechterlijke uitspraken over importbruiden. Dat zei de bewindsman woensdag.
De rechtbank in Roermond bepaalde onlangs dat Nederlanders die hun buitenlandse partner voor gezinsvorming naar ons land willen laten komen, niet 120 procent van het minimumloon hoeven te verdienen. Die eis werd in 2005 ingevoerd door toenmalig minister Verdonk van Vreemdelingenzaken. Volgens de rechtbank is de inkomenseis in strijd met de Europese richtlijn voor gezinsvorming.In een andere zaak bepaalde de rechtbank in Amsterdam vorige week dat migranten die voor gezinshereniging naar Nederland willen komen, niet eerst in eigen land een examen Nederlands hoeven te halen. Die zaak was aangespannen door een Marokkaanse analfabete vrouw die in Nederland bij haar man wilde gaan wonen, maar die in Marokko was gezakt voor het examen.
De Tweede Kamer reageerde direct op die rechterlijke uitspraak en kondigde aan desnoods met een wetswijziging te komen om de inburgeringstoets te kunnen handhaven.
In de zaak over de inburgeringstoets denkt minister Hirsch Ballin in hoger beroep gelijk te krijgen, omdat een besluit uit 1814 de overheid de bevoegdheid geeft eisen te stellen aan mensen die naar Nederland willen komen. Bovendien bestrijdt de rechter niet de toets, maar de manier waarop deze in de wet is geregeld, aldus de minister tegenover het ANP.
Mocht de beroepsprocedure niets uithalen, dan zal Hirsch Ballin de regels zo aanpassen dat er „geen onduidelijkheid kan bestaan” over het feit dat de inburgeringstoets moet worden behaald voordat de migranten naar Nederland mogen afreizen.
De minister heeft geen kritiek op de rechtbanken. „De rechters doen hun werk. Er zijn soms onderwerpen waar juristen over van mening kunnen verschillen.”
Hirsch Ballin denkt niet dat de uitspraken voor een golf huwelijksmigranten naar Nederland zal zorgen. Om voor een Nederlands paspoort in aanmerking te komen, moeten de migranten hier namelijk sowieso slagen voor een uitgebreider examen over de Nederlandse taal en cultuur. Bovendien heeft de uitspraak „geen effect op gedrag en liefde”, verwacht de minister.