Oude foto’s uit de ”Heiden-Wereld”
In de glazen vitrines liggen de vreemdste voorwerpen: een kaaimankop, een Eskimopak, zelfs een stel haaienkaken. Toch speken de foto’s in de expositieruimte van de Evangelische (Hernhutter) Broedergemeente in Zeist het meest tot de verbeelding. Negentiende-eeuwse foto’s. Het zijn de eerste kiekjes uit de keuken van de zending.
Hernhutter zendelingen waren verbazingwekkend goed in archiveren, zo blijkt uit de tentoonstelling ”Foto’s van vroeger, negentiende-eeuwse foto’s over de zending van de Hernhutter Broedergemeente in vijf continenten”.Eenmaal gearriveerd in afgelegen oorden als Labrador (Canada), Australië of Zuid-Afrika deden ze gedetailleerd verslag van hun werk. Een aardig staaltje hiervan is de ”Statistiek van de zendingsarbeid in Suriname”: „De zending van de Hernhutter Broedergemeente telde einde 1900 in Paramaribo 13.186 personen, waarvan 4321 avondmaalsgangers.”
Het bleef echter niet bij pennenvruchten. Na de uitvinding van de fotografie -halverwege de negentiende eeuw- legden de zendingswerkers het ene na het andere beeld vast op de gevoelige plaat. De nu soms verbleekte foto’s tonen kleine nederzettingen in onherbergzaam gebied, (kerk)gebouwen met palmbomen ervoor, Aboriginals en Hottentotten.
Woord en daad
De tentoonstelling in Zeist is een rondreizende collectie, afkomstig van Duitse hernhutters. Zij beperkten het aanbod van beeldmateriaal tot de foto’s uit vijf gebieden: Australië, de Himalaya, Labrador, Suriname en Zuid-Afrika.
Wie hernhutters zegt, zegt zending. Honderden zendelingen trokken sinds 1732 de wereld in. „Gedreven door het geloof in Jezus en de diepe wens om daar in woord en daad getuige van te zijn”, zegt Job van Melle, algemeen secretaris van het Zeister Zendingsgenootschap (ZGg), de zendingsorganisatie van de Nederlandse Broedergemeente. „Door dit kijkje in de keuken van het zendingswerk weet je dat zending bedrijven niet altijd gemakkelijk is.”
Labrador
Van Melle, lid van de Zeister Broedergemeente, sprak onlangs in de kerk met een gemeentelid wier betovergrootvader zendeling was in Zuid-Afrika. Haar overgrootvader, geboren in Zuid-Afrika, werd zendeling in Labrador. Ze vertelde er een „roerend” verhaal over.
„Haar opa werd als kleine jongen losgescheurd van zijn ouders om samen met een groepje andere zendingskinderen per boot naar Duitsland te reizen. Hij zou daar onderwijs krijgen. Kort na vertrek brak er een vreselijke storm uit, echt een orkaan, die tien dagen duurde. De kinderen waren doodsbenauwd. Toen ze eindelijk aan dek mochten komen, zagen ze nog steeds de Tafelberg bij Kaapstad. Ze waren geen centimeter vooruitgekomen.”
Het is een van de verhalen achter de tientallen zwart-witfoto’s. „Ze geven iets weer van de grote drive, het geloof, de inzet en de onbaatzuchtigheid van de zendelingen”, vindt Van Melle. „Dat zendelingen de hele aarde over reisden, is echt ongehoord, zeker voor die tijd.”
Kolonisten
De boodschap die de hernhutters brachten, was bevrijdend. „God is er niet alleen voor de blanken maar ook voor jullie”, zeiden ze tegen de plaatselijke bevolking. De blanke kolonisten gaven dat niet door, de hernhutters wel.”
De kerk groeide. Volgens Van Melle kreeg de Broedergemeente in Suriname zelfs trekken van een volkskerk. Het is er de oorzaak van dat ook de Nederlandse Broedergemeente grotendeels donker kleurt. Na de onafhankelijkheid sloten veel Surinaamse emigranten zich hierbij aan. „De Broedergemeente vormt een proeftuin en laat zien dat multicultureel kerk-zijn goed mogelijk is”, aldus de algemeen secretaris.
Hernhutters deden hun best de taal en cultuur van de zendingsgebieden te leren kennen. „Modern voor die tijd”, zegt Van Melle. Op een meterslange katoenen landkaart uit 1893 zijn de zendingsposten aangegeven. Ze kregen bijzondere namen. In Labrador liggen onder meer de plaatsen Hebron en Ramah. Suriname kent Salem en Bergendal.
Er is een foto van het zendingsschip ”Harmony” dat de zendingsposten in Labrador bevoorraadde. En een plaatje van een leprozerie, een leprakolonie waarvoor de Broedergemeente zorg droeg. Deze kolonie was gevestigd op Robbeneiland, het eiland waar Nelson Mandela jarenlang gevangenzat.
Kijkdozen
De oudste foto dateert van 1859. Van meer recente datum zijn de zogenoemde diorama’s, grote houten ’kijkdozen’ met daarin geschilderde Surinaamse voorstellingen. Tijdens presentaties op scholen en in kerken maakten ze de gebeurtenissen op het zendingsveld inzichtelijk.
Tussen de foto’s en de voorwerpen in de vitrines liggen ook exemplaren van „de voorloper van het ZZg-nieuws”, het blad van het Zeister Zendingsgenootschap. Met een statig lettertype, vergeeld, maar goed leesbaar. ”Berigten uit de Heiden-Wereld.”
De tentoonstelling ”Foto’s van vroeger” loopt tot 24 augustus en is te zien op woensdag- en zaterdagmiddag.