„Over invloed strengere regels valt te twisten”
Mogelijk dat het fenomeen ”politieke correctheid” zijn werk doet, maar ingezonden brieven in de kranten over ”uitkeringstrekkers die uit de ruif van de staatskas eten” vallen nog maar zelden te lezen. Ook cijfermatig gezien lijken dergelijke tirades de laatste jaren aan geldigheid te verliezen.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) maakte maandag bekend dat het aantal uitkeringen aan mensen tot 65 jaar in het kader van bijstand, werkloosheid en arbeidsongeschiktheid in drie jaar tijd flink is gedaald. Eind vorig jaar zijn door de overheid 1,3 miljoen uitkeringen verstrekt. Dat zijn 310.000 uitkeringen minder dan eind 2004. Wet- en regelgeving en een gunstige economie waren van invloed, aldus het CBS.Volgens Marcel Kerkhofs, onderzoeker bij de Organisatie voor Strategisch Arbeidsmarktonderzoek van de Universiteit van Tilburg, valt over de invloed van de strengere wetten en regels te twisten. „Regels zouden niet zo veel effect hebben gehad als de economie niet zou zijn opgeleefd. Doordat er meer banen zijn, komen mensen met een moeilijke arbeidspositie toch in trek bij werkgevers. Regels maken geen banen”, zegt hij.
Procentueel deed de sterkste daling zich voor bij de werkloosheidsuitkeringen. Eind 2007 kregen 192.000 personen een WW-uitkering, meer dan 40 procent minder dan drie jaar eerder. Hier profiteerden vooral jongeren tot 35 jaar van de gunstige economische omstandigheden. Onder mannen en vrouwen van 55 tot 65 jaar nam het aantal WW-uitkeringen met slechts 3 procent af.
Nu het economisch tij keert en de vooruitzichten minder florissant zijn, wordt er rekening mee gehouden dat het tempo afneemt waarin het aantal WW-uitkeringen na 2009 daalt, zo liet uitkeringsinstanties UWV onlangs weten. Mogelijk geldt dat ook voor de bijstand, waar zich in drie jaar een daling voordeed van het aantal bijstandsuitkeringen met bijna 65.000, ofwel 19 procent tot 274.000.
Als er op één terrein de afgelopen decennia strengere maatregelen zijn doorgevoerd, dan is dat wel de arbeidsongeschiktheid. „Nederland is ziek”, zei de toenmalige premier Lubbers in 1990, toen het aantal WAO’ers richting de 1 miljoen kroop. Het was de opmaat naar ingrijpende maatregelen, ingevoerd door achtereenvolgende kabinetten.
Eind 2007 bedroeg het aantal arbeidsongeschiktheidsuitkeringen nog altijd 847.000, maar dat was wel 12 procent minder dan eind 2004. Het CBS schrijft de afname volledig toe aan de daling van WAO-uitkeringen en uitkeringen aan arbeidsongeschikte zelfstandigen (WAZ). De daling is volgens de onderzoekers vooral het gevolg van veranderingen in de wet- en regelgeving.
Ook is de instroom in de WIA, de Wet werk en inkomen die begin 2006 in de plaats is gekomen van de WAO, tot op heden geringer dan de afname bij de ’oude’ WAO. Alleen het aantal arbeidsongeschiktheidsuitkeringen voor jonggehandicapten (Wajong) stijgt gestaag. Eind vorig jaar werden 167.000 Wajonguitkeringen verstrekt, 17 procent meer dan drie jaar geleden. Het kabinet werkt inmiddels aan maatregelen om de groei een halt toe te roepen.
Kerkhofs wil het effect van de genomen en de nog te nemen maatregelen niet al te zeer bagatelliseren, maar ook hier past enige nuancering, meent hij. „Voor een deel is het bordjes verhangen. Een groep mensen die door de strengere regels uit de WAO stroomt, komt nu in de WW of de bijstand terecht.” Hij zegt het nog maar eens een keer: „Het gaat om de beschikbaarheid van banen.” In dat opzicht is hij niet pessimistisch. „Schommelingen in de conjunctuur zullen er altijd blijven, maar door de vergrijzing blijft er ook de komende jaren behoefte aan werknemers.”