De 28 werden samen met afvallige leden van het Nationaal Bevrijdingsfront Moro, een grotere rebellenorganisatie, door de militairen verrast in Talipao op Jolo.

De arrestaties volgden daags nadat agenten van de militaire inlichtingendienst in de zuidelijke stad Zamboanga een inlichtingenman van Abu Sayyaf had aangehouden. Deze bekende aan de ontvoering van de Indonesiërs te hebben deelgenomen. De zeelui werden op 17 juni bij het eiland Jolo ontvoerd. De vrouwen, Jehovah’s getuigen, werden in augustus ontvoerd in Patikul.

Kolonel Alexander Aleo zei dat de arrestanten waarschijnlijk behoren tot een groep van de éénarmige rebellenleider Radulan Sahiron. Opgejaagd door het leger hebben Sahirons strijders zich in vier groepen gesplitst en zijn zij over verschillende delen van Jolo uitgewaaierd.

De arrestanten zijn overgebracht naar het hoofdkwartier van de marine op Jolo.