Zomerse wijn met verbeterd imago
Het is zomer, de tijd voor tapas, barbecuen en terrasjes. Voor snelle pastasalades op het balkon en een picknick in het park. En natuurlijk ook de tijd voor een lekker koel glas rosé. De lichte, zomerse wijn is al weer enkele jaren bezig met een comeback in ons land.
Was rosé vroeger onder wijnkenners een impopulair wijntje met een hoog tuttifruttigehalte, inmiddels lijkt het tij gekeerd. Ook deze groep neemt de lichtrode wijn serieus. Maar ondanks prestigieuze prijzen en onderscheidingen en de veranderende trends is rosé toch vooral de ultieme drank voor dames op een terras.Een aantal snelle feitjes over rosé: tien jaar geleden was het aandeel van rosé nog nihil. Over het hele jaar is 15 procent van de geconsumeerde wijn rosé, in de zomer is dit ruim 30 procent. Slechts een op de vier rosédrinkers is man; het overgrote deel van de rosédrinkers is jonger dan veertig jaar.
Rosé wordt gemaakt van blauwe druiven of druiven met gekleurd vruchtvlees. De zachtrode kleur ontstaat door het verwijderen van de schillen ná het persen, voor of tijdens de gisting. Incidenteel bestaat rosé ook uit een mix van rode en witte druiven. Het mengen van rode en witte wijn komt niet of nauwelijks voor; zo’n brouwsel mag de naam rosé niet dragen, tenzij het -verrassend genoeg- champagne betreft: rosé champagne wordt gemaakt van mousserende witte wijn met de toevoeging van een rode wijn uit dezelfde streek.
Puberaal imago
De meeste consumenten kopen hun rosé bij de supermarkt, niet bij de wijnhandel. Ze besteden liever meer geld aan goede witte of rode wijn. In wijnkelders is zelden een collectie rosé te vinden: de meeste soorten zijn niet erg goed te bewaren. Ook de lichte, meestal wat zoete smaak van de meeste rosés heeft bijgedragen aan het wat puberale imago. De wijnsoort drinkt veel makkelijker weg dan een ’serieuze’ rode wijn. In feite is rosé het kleine broertje van rode wijn, omdat dezelfde druiven gebruikt worden.
De bekende Franse rosé d’Anjou is een typische terraswijn: licht, fris, vrij zoet. De fruitig smakende wijn is gemaakt van verschillende druiven uit dezelfde streek, zoals de gamay- en de cabernet sauvignondruif. Een andere rosé, minstens zo bekend als de Anjouwijn, is de Californische zinfandel. Ook dit is een typisch zoetig wijntje dat meestal makkelijk weg drinkt. Wie een wat meer uitgesproken wijn wil, kiest voor bijvoorbeeld een droge Zuid-Afrikaanse pinotagerosé. Zo maakt ieder wijnland rosé met zijn eigen karakteristieke blauwe druiven: Australische shiraz, Spaanse tempranillo, ze zijn alle in rosévariant te koop.
Supermarktrosé
De producenten van rosé zijn moeiteloos ingesprongen op de sterk toegenomen consumptie. Immers, een deel van de consumenten neemt geen genoegen met een simpel slobberwijntje, maar zoekt naar kwaliteit. Dit jaar vonden in de aanloop naar de zomer verschillende grootschalige proeverijen plaats. Voor de consument was er het evenement Rosé aan Zee in Zandvoort, en een horecaprofessional heeft zich tijdens het Wine & Food Festival in Amsterdam gebogen over de beste rosé. In de categorie beste supermarktrosé won de Rosemountrosé uit Australië, te koop bij ’s lands grootste kruidenier.
De kwaliteitsslag moet de gemiddelde consument nog maken, maar het ziet ernaar uit dat de rosétrend nog jaren meekan.
Zonnig alternatief
Toch al uitgekeken op rosé? Geen nood: wijn biedt genoeg andere zomerse mogelijkheden.
Prosecco is een Italiaanse schuimwijn. Anders dan bij champagne is deze wijn genoemd naar de druif waarvan hij wordt gemaakt. Hij heeft minder tijd nodig om te rijpen, wat een van de verklaringen is voor de veel gematigder prijs. Vorig jaar was prosecco een groot succes op terrasjes en ook in 2008 is hij volop verkrijgbaar.
Ook Spanje produceert uitstekende bubbels, zij het dat ze wat minder bekend zijn. In dat land heten ze cava. Op een Spaans terrasje is een mimosa een topper: cava gemengd met jus d’orange. Ook erg lekker is een glas prosecco met een paar eetlepels aardbeien- of perzikenpuree, de zogeheten bellini.
Zowel prosecco als cava is, volgens kenners, minder verfijnd dan champagne, maar dit is zeker geen reden om ze te laten staan. Wie eens wil kennismaken, kan bijvoorbeeld bij HEMA een fles schuimwijn aanschaffen.
Op zomerse dagen een wit wijntje mengen met koolzuurhoudend water is een uitstekend plan. Een spritzer, heet zo’n mixje. Neem geen dure chardonnay, dat is jammer van de smaak. Het drankje bevat relatief weinig calorieën. Zelfs Sonja Bakker vindt het acceptabel, hoewel ze wel beweert dat witte wijn cellulitis veroorzaakt. Die stelling is echter nooit wetenschappelijk onderbouwd; geen reden dus om een slok minder te drinken. IJsblokjes of geschaafd ijs in een spritzer kunnen goed: hoe koeler, hoe beter.
Ook sangria is een succesdrank in de zomer. Rode wijn en fruit zijn de basisingrediënten. Naar keuze kan nog frisdrank of koolzuurhoudend water bij het mengsel worden geschonken. Spaanse barkeepers gooien er allerhande restjes drank in: rum, tequila, gin, wodka - wat maar voorhanden is. Dit maakt sangria tot een gevaarlijk drankje, zeker omdat het vaak behoorlijk zoet is. Zelfgemaakt is het meestal wat minder alcoholisch, maar oogt en smaakt het net zo feestelijk.