Met 56 stemmen voor, achttien tegen en twee onthoudingen kreeg Arafat ondanks de toenemende onvrede over zijn leiderschap onder een deel van de Palestijnse bevolking en de roep onder een aantal parlementariërs tot het doorvoeren van vergaande politieke hervormingen, ruime steun in het parlement.

Arafat heeft een nieuw kabinet moeten samenstellen, omdat het vorige in september aftrad om een motie van wantrouwen te ontlopen die het parlement dreigde aan te nemen wegens het uitblijven van hervormingen en maatregelen tegen corruptie.

Het nieuwe kabinet telt vijf nieuwe ministers. Uit het oude kabinet zijn drie ministers niet teruggekeerd. De belangrijkste benoeming is die van Hani al-Hassan tot minister van Binnenlandse Zaken. Al-Hassan, een vooraanstaand lid van Arafats Fatah-beweging, krijgt de verantwoordelijkheid voor de reorganisatie van de Palestijnse veiligheidsdiensten.

Voor 20 januari staan er in de Palestijnse gebieden presidents- en parlementsverkiezingen op het programma. Dinsdag benoemde Arafat de 66-jarige Hanna Nasser tot voorzitter van de commissie die de verkiezingen moet voorbereiden. Nasser is het hoofd van de Bir Zeit-universiteit op de Westoever en is in de VS gepromoveerd in de nucleaire fysica. Nasser geldt al vele jaren als een van de leiders binnen eerst de PLO en later de Palestijnse Autoriteit. De Palestijnen hebben de afgelopen weken overigens herhaaldelijk gezinspeeld op een uitstel van de verkiezingen in verband met de aanhoudende bezetting van Palestijnse gebieden door het Israëlische leger.