Dat blijkt uit het donderdag gepresenteerde onderzoek ”Tel je zegeningen”.Aanleiding voor het onderzoek was een breed gedragen motie van CU/SGP-fractievoorzitter R. Oosterhoff uit 2006, waarin het college de opdracht kreeg onderzoek te doen naar de maatschappelijke waarde van het werk dat door christelijke instellingen wordt verzet in het kader van de invoering van de WMO. Het onderzoek is uitgevoerd door het sociaal-maatschappelijk instituut Kaski en het Nijmeegs Instituut voor Missiologie (NIM), beide verbonden aan de Radboud Universiteit Nijmegen.

Van 92 van de 272 kerken in Rotterdam is onderzoek gedaan naar hun maatschappelijk rendement en hun bijdrage aan de sociale samenhang in de stad. Onder andere diverse hervormde wijkgemeenten, de christelijke gereformeerde kerk van Rotterdam-Centrum en de gereformeerde kerk vrijgemaakt van Rotterdam-stad hebben aan het onderzoek meegewerkt.

Een dergelijk onderzoek naar het maatschappelijk rendement is eerder gedaan van migrantenkerken in Den Haag en van de PKN kerken in Utrecht. Het Rotterdamse onderzoek is uniek, omdat voor het eerst het maatschappelijk rendement van autochtone en allochtone kerken in één onderzoek berekend is, waardoor vergelijking tussen beide mogelijk is.

Uit het onderzoek blijkt dat alle Rotterdamse kerken samen ruim 200.000 leden hebben, meer dan een derde (35 procent) van de Rotterdamse samenleving. Van deze 200.000 leden behoren 50.000 tot de regelmatige kerkgangers. Meer dan 10 procent van de kerkleden is actief als vrijwilliger. Een deel van hen (20 procent) doet dit tussen de 16 en de 32 uur per maand. De grootste groep (31 procent) doet dit tussen de 8 en de 16 uur per maand.

Een groot deel van de vrijwilligersactiviteiten ligt op het vlak van psychosociale en maatschappelijke zorg en hulpverlening. In dat segment wordt ook het grootste maatschappelijke rendement bereikt. Weliswaar is de zorg van kerken vooral gericht op hun eigen leden, maar die zorg heeft een voorbeeldfunctie voor de samenleving als geheel.

Uit het onderzoek blijkt ook dat het gemiddelde maatschappelijke rendement van een autochtone kerk 456.000 euro per jaar bedraagt en dat van een allochtone kerk 437.000 euro. Beide doen dus niet voor elkaar onder.

Erkenning voor hun inspanningen op het maatschappelijke vlak krijgen de kerken naar eigen zeggen voldoende van de eigen leden, maar te weinig van de gemeente Rotterdam en de rest van de samenleving. De samenwerking van migrantenkerken met de overheid blijkt relatief hoog.

CU/SGP-fractievoorzitter Oosterhoff zegt blij verrast te zijn door de uitkomst van het onderzoek.