Kerk & religie

Messiastheorie rond steen discutabel

De Hebreeuwse tekst op een archeologische steen stelt de Bijbelse weergave van het ontstaan van het christendom ter discussie. Althans, dat beweert een Israëlische wetenschapper die met zijn theorie vorige week de wereldpers haalde. Maar op de nieuwe inzichten die aan de vondst te ontlenen zouden zijn, is volgens collega’s veel af te dingen.

Willem van Klinken
16 July 2008 09:43Gewijzigd op 14 November 2020 06:07
ZÜRICH – De Joods Zwitserse verzamelaar David Jeselsohn bij zijn ”Dode Zeerol in steen”. Op de steen staat met inkt een tekst geschreven die volgens een Israëlische wetenschapper verwijst naar een lijdende messias die uit de dood opstond. Foto Hollandse H
ZÜRICH – De Joods Zwitserse verzamelaar David Jeselsohn bij zijn ”Dode Zeerol in steen”. Op de steen staat met inkt een tekst geschreven die volgens een Israëlische wetenschapper verwijst naar een lijdende messias die uit de dood opstond. Foto Hollandse H

Het is niet voor het eerst dat een archeologische vondst internationale opwinding veroorzaakt. Maar al te vaak gaat zo’n ontdekking gepaard met een theorie die de klassieke visie op het ontstaan van het christendom ter discussie stelt. Dat geldt ook voor de steen die dit keer voor ophef zorgt.Het betreft een steen van ongeveer een meter groot. Wat de steen bijzonder maakt, is een Hebreeuwse tekst van 87 regels die verdeeld over twee kolommen met inkt op de steen is geschreven. De steen is sterk door de tand des tijds aangetast, waardoor een aanzienlijk deel van de tekst onleesbaar of onduidelijk is. Het gebruikte schrift wijst op een datering in de eerste eeuw voor Christus.

Opmerkelijk genoeg is de steen geen recente vondst, maar al tien jaar in het bezit van David Jeselsohn, een Joodse verzamelaar uit Zwitserland, die de steen kocht van een Jordaanse handelaar in oudheden. Jeselsohn besefte de waarde ervan pas toen hij hem liet zien aan de Israëlische wetenschapper Ada Yardeni. Die legde meteen een link met de spectaculaire ontdekking van handschriften bij Qumran, ruim een halve eeuw geleden. „Als de tekst op leer was geschreven, had ik gezegd dat het een fragment van een Dode Zeerol was”, aldus Yardeni.

Vorig jaar publiceerde Yardeni een transcriptie en een Engelse vertaling van de Hebreeuwse tekst, die ze ”Het visioen van Gabriël” noemde. Op tal van plaatsen kon ze de ”Dode Zeerol in steen” niet ontcijferen of niet met zekerheid vaststellen. Uit de fragmenten rijst het beeld op van een tekst over de eindtijd met tal van toespelingen op het Oude Testament, geschreven door ene Gabriël die de ik-vorm hanteert.

Sneeuwbaleffect
Dat de steen nu zo veel aandacht krijgt in de media, heeft te maken met een theorie van de Israëlische wetenschapper Israël Knohl. De hoogleraar aan de gerenommeerde Hebreeuwse Universiteit in Jeruzalem claimt dat de tekst belangrijke nieuwe inzichten biedt in de messiasverwachting onder Joden in de tijd van Jezus. In 2000 publiceerde Knohl al een boek waarin hij stelt dat het idee van een lijdende en stervende messias niet pas in het vroege christendom ontstond, maar er al was vóór de tijd van Jezus. Het visioen van Gabriël biedt bewijs voor zijn visie, stelt hij.

De theorie van de Hebreeuwse wetenschapper over de steen steunt op een aantal passages die Yardeni indertijd niet kon ontcijferen. Volgens Knohl gaat de tekst over een Joodse opstandeling uit de eerste eeuw voor Christus met de naam Simon, die kort voor de jaartelling werd gedood door de Romeinen. Een moeilijk te ontcijferen regel luidt volgens hem: „In drie dagen zult u leven. Ik, Gabriël, beveel het u.” Het idee van een opstanding na drie dagen was in het Jodendom al voor de geboorte van Jezus bekend en niet iets nieuws van christenen, concludeert Knohl op basis van zijn reconstructies.

Zijn theorie werpt nieuw licht op het optreden van Jezus, vindt Knohl. In navolging van Simon zou Jezus Zijn dood door de Romeinen hebben gezien als onderdeel van Zijn missie om Israël te bevrijden. „Dit geeft het laatste avondmaal een geheel andere betekenis. Het bloed wordt niet vergoten voor de zonden van mensen, maar om Israël verlossing te brengen”, aldus Knohl vorige week in The New York Times.

Na het artikel in de Amerikaanse krant ontstond een sneeuwbaleffect en besteedden tal van Engelstalige media aandacht aan de theorie van Knohl. Het feit dat de gezaghebbende New Yorkse krant aandacht aan de kwestie besteedde, lijkt tegelijk de enige rechtvaardiging voor alle media-aandacht. Op Knohls beweringen is heel wat af te dingen, zo blijkt uit reacties van collega-wetenschappers.

De eerste vraag die gesteld moet worden bij de evaluatie van Knohls theorie, is of de steen authentiek is. Geleerden die de steen tot nu toe hebben onderzocht, zijn overtuigd van de echtheid ervan. Toch is het verstandig om een slag om de arm te houden, zegt dr. Mladen Popovic, onderzoeker aan het Qumran Instituut aan de Rijksuniversiteit Groningen. Het is niet bekend waar de steen is gevonden. De schrijfwijze van inkt op steen is uit die tijd verder niet bekend. Er zijn ook geen goede foto’s waarmee andere wetenschappers het werk van Knohl kunnen controleren.

De volgende vraag is of op de steen staat wat Knohl er leest en of zijn interpretatie juist is. Popovic: „Wat ik om me heen hoor, is dat men het een interessante tekst vindt, en als hij echt is, is dat mooi. Maar het is zeker geen tekst die het christendom op zijn kop zet. En als het al waar is wat Knohl zegt, dan kun je nog de vraag stellen hoe breed het idee van een lijdende messias bekend was. Je ziet dat vroege christenen dat idee moeten uitleggen aan Joden.”

Sceptisch
Ook prof. dr. M. J. Paul, docent Oude Testament aan de Christelijke Hogeschool Ede en hoogleraar aan de Evangelische Theologische Faculteit in Heverlee (België), is sceptisch over de claims van Knohl. „Ik heb de transcriptie erbij gelegd en vind niet dat wat hij zegt erg hard te maken is. De betreffende Simon wordt in de tekst niet eens met name genoemd.”

De vraag naar de messiasverwachting in de tijd van Jezus is wel een boeiende, vindt Paul. „Wat wel duidelijk is, is dat in deze tekst een David verwacht wordt in de toekomst. Deze David zegt iets tegen Efraïm. Wat mij bevreemdt, is dat Knohl dan ineens een sprong maakt van Efraïm naar een lijdende messias die de Zoon van Jozef is.”

Een dergelijk onderscheid tussen twee messiassen -een zoon van David die koning is en een lijdende zoon van Jozef- is wel te vinden in het latere Jodendom, al krijgt de laatste weinig nadruk. Paul: „Het Jodendom heeft een scheiding gemaakt tussen een lijdende en een overwinnende messias. De christelijke traditie verenigt beide.”

Maar gesteld dat Knohl gelijk heeft, dan nog is er weinig nieuws, vindt Paul. „In het Oude Testament, bijvoorbeeld in Jesaja 53, is de notie van een lijdende messias al aanwezig. En Jezus zegt na Zijn opstanding in Lukas 24 nadrukkelijk dat Zijn lijden en opstanding in het Oude Testament zijn voorzegd. De theorie van Knohl in nogal speculatief. Hij interpreteert diverse woorden maximaal en daarom zal hij vermoedelijk weinig geleerden overtuigen. Deze theorie heeft naar mijn overtuiging ook geen inhoudelijke consequenties voor het christelijk geloof.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer