Hermans lanceert nieuwe filosofie Onderwijsinspectie
Zaken die niet direct de kwaliteit van het onderwijs raken, zoals de bedrijfsvoering van een school, vallen buiten het toezicht van de Onderwijsinspectie. Die zal zich in de toekomst uitsluitend richten op het beoordelen van de kwaliteit van het onderwijs.
Dat zei minister Hermans (Onderwijs) gistermiddag tijdens de viering van het 200–jarig jubileum van de Onderwijsinspectie in Utrecht. „Kwaliteit is de kerntaak van de inspectie. Daar ligt ook haar deskundigheid”, aldus de bewindsman.
In kwesties die niet de kerntaak raken, moet de Onderwijsinspectie „grote terughoudendheid” bewaren, aldus Hermans. Hij vatte de nieuwe filosofie van de Onderwijsinspectie samen met vier R’s: richting, ruimte, rekenschap en resultaat. „De Grondwet bepaalt de richting waarin scholen zich moeten ontwikkelen, scholen krijgen de ruimte om hun onderwijs naar eigen inzicht in te vullen, ze leggen daar publiekelijk rekenschap van af en publiceren hun resultaat.”
Hermans ziet de kwaliteitszorg primair als een taak van de scholen zelf. „Naarmate een school die taak beter op orde heeft, kan het inspectietoezicht minder intensief zijn.”