Gasgebouw staat langer in de steigers
De opsplitsing van Gasunie loopt vertraging op. Het demissionaire kabinet vindt de zaak van te groot gewicht om voor de verkiezingen een definitief besluit te nemen. Het is zelfs denkbaar dat van uitstel afstel komt.
Volgens planning zou de splitsing op 1 april 2003 van kracht moeten worden. Maar Het Financieele Dagblad meldde dinsdag dat er waarschijnlijk een kink in de kabel komt. Een woordvoerder van het ministerie van Economische Zaken (EZ) bevestigde in deze krant dat het voor een demissionair kabinet „uiterst ingewikkeld” is een „ultiem besluit” te nemen over deze zaak.
Het zogeheten gasgebouw bestaat in zijn huidige vorm al zo’n veertig jaar. Na de ontdekking in 1959 van het enorme veld bij Slochteren, was publiek-private samenwerking geboden om het gas te winnen en af te zetten. In 1963 kregen Shell en ExxonMobil (toen Esso), verenigd in de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM), de concessie om namens de Maatschap Groningen het aardgas uit dit veld te winnen.
De NAM draagt tevens zorg voor de exploitatie van een viertal zogeheten kleine velden. In de maatschap is de zeggenschap half om half over de Nederlandse staat en de NAM verdeeld.
Een soortgelijke regeling werd van kracht voor Gasunie, die de afzet en de distributie van het door de NAM gewonnen gas regelt. De Nederlandse staat heeft 50 procent van de zeggenschap over het verkoopkantoor in handen, Shell en ExxonMobil zijn beide goed voor 25 procent.
Met het oog op de liberalisering van de energiemarkt acht de politiek deze situatie in de toekomst onhoudbaar. In een vrije markt, is de heersende gedachte in de Europese Unie, horen commerciële activiteiten en het beheer van het transportnet los van elkaar te staan. Terwijl distributie een natuurlijk monopolie is, is bij de verkoop van gas immers concurrentie mogelijk.
Per 1 januari heeft Gasunie, want om dat onderdeel van het gasgebouw draait het, alvast een scheiding aangebracht tussen het handelsdeel en het transportdeel. Vooruitlopend op de toekomstige juridische splitsing van het bedrijf moesten de medewerkers van het handelsdeel alvast naar een andere locatie in de stad verhuizen. Op deze manier wilde directeur G. Verberg fysiek duidelijk maken dat handel en distributie daadwerkelijk in verschillende handen zijn gekomen.
Begin april meldde toenmalig minister Jorritsma van Economische Zaken aan de Tweede Kamer dat de drie aandeelhouders Gasunie in drie onafhankelijke bedrijven wilden opdelen. De bewindsvrouw sprak het vertrouwen uit dat vóór 2003 een volledig akkoord zal zijn bereikt. Onder de strikte voorwaarde dat de inkomsten op hetzelfde peil blijven, is de staat bereid de eigendom van het transportnet te verwerven. De gasbaten komen dit jaar op ruim 5 miljard euro uit.
Shell en ExxonMobil worden in de nieuwe structuur ieder eigenaar van een handelsbedrijf. Zij brengen het gas, dat ze (verplicht) afnemen van de NAM, op de markt. De logica achter de splitsing van het handelsdeel van Gasunie in twee elkaar beconcurrerende delen ligt in de dominante marktpositie op de Nederlandse markt. Momenteel bedraagt deze 70 procent. Essent, het Duitse RWE Gas Nederland en het Amerikaanse Duke Energy zijn goed voor het leeuwendeel van de overige 30 procent.
Verberg zei de aankondiging van de splitsing als een „moment van grote emotionele pijn” te ervaren. „Het is buitengewoon jammer dat Gasunie zal ophouden te bestaan en het zal een definitieve breuk betekenen met een bijna veertigjarige periode waarin Gasunie en haar medewerkers een essentiële rol hebben gespeeld in de energievoorziening van Nederland en Europa.”
Voor de toekomst vroeg de Gasunie-directeur met klem aandacht voor de belangen van het Noord-Nederland. Shell en ExxonMobil zouden inmiddels hebben toegezegd al het personeel van het handelsdeel te zullen overnemen. Wat onverlet laat dat deze werknemers in de nabije toekomst wellicht naar elders zullen moeten verhuizen
Er is een ander punt van zorg. In het kader van het zogeheten kleineveldenbeleid koopt Gasunie met voorrang en tegen een gegarandeerde prijs het gas uit de kleinere velden. Door deze werkwijze blijft de gasbel bij Slochteren gespaard. In de nieuwe opzet komt de uitvoering van het kleineveldenbeleid in handen van de Maatschap Groningen. Het blijft dus voor rekening en risico van de huidige daarin verenigde partijen (de staat en de NAM).
De producenten van de kleine velden vrezen desondanks dat Shell en ExxonMobil na de privatisering toch minder gas bij hen zullen afnemen en meer zullen importeren. Zij vragen zich daarom af of het lonend blijft aanzienlijke bedragen te investeren om de productie van deze velden te handhaven en uit te bouwen. Zo drong onlangs BP er bij de politiek op aan meer marktpartijen te betrekken bij de herstructurering van het gasgebouw.
Den Haag lijkt inmiddels wakker. Toen het kabinet de Kamer begin oktober inlichtte over de stand van zaken, bleek het enthousiasme voor de splitsingsplannen bekoeld. Het zou niet vreemd zijn, als de politiek zich eerdaags weer herinnert dat de Europese Gasrichtlijn slechts een administratieve en geen juridische scheiding van handel en distributie voorschrijft. Of de renovatieplannen van het gasgebouw nog wijziging zullen ondergaan, zal blijken. Vrij zeker is, dat het langer in de steigers blijft staan.