Voorzichtig lichtpuntje in slepend Israëlisch-Palestijns conflict
Een vredesakkoord tussen Israël en de Palestijnen is nog nooit zo dichtbij geweest als nu, verklaarde de Israëlische premier Olmert dit weekeinde in Parijs. Eindelijk een lichtpuntje in het slepende conflict? Ambassadeur Harry Kney-Tal: „In het verleden ging het vooral om het proces. Nu ligt de nadruk op de inhoud.”
De Franse president Nicolas Sarkozy heeft het er maar druk mee. Sinds 1 juli bekleedt zijn land het voorzitterschap van de Europese Unie. En passant trad hij volop in de internationale schijnwerpers na de bevrijding van Ingrid Betancourt, de Frans-Colombiaanse politica die zes jaar lang door de rebellenbeweging FARC werd gegijzeld. Afgelopen weekeinde regisseerde hij in Parijs de lancering van de Mediterrane Unie, een samenwerkingsverband van 43 landen in Europa, het Midden-Oosten en Noord-Afrika.Enigszins triomfantelijk poseerde Sarkozy zondag met de Israëlische premier Olmert en de Palestijnse president Abbas. Voorafgaand aan de officiële oprichting van de Mediterrane Unie had het drietal een uitgebreid onderhoud in de Franse hoofdstad. Na afloop van dat gesprek concludeerde Olmert dat een vredesakkoord tussen Israël en de Palestijnen nog nooit zo dichtbij is geweest als nu.
„Natuurlijk moet ik het als ambassadeur eens zijn met mijn premier”, grapt de Israëlische ambassadeur Harry Kney-Tal in zijn Haagse werkkamer. Maar dan serieus: „Na de Midden-Oostentop in (het Amerikaanse, red.) Annapolis is er op diplomatiek gebied ontzettend veel werk verzet. In het verleden ging het vooral om het proces. Nu ligt de nadruk op de inhoud: de status van Jeruzalem, de grenzen tussen Israël en een toekomstige Palestijnse staat, de nederzettingen.”
Of er nog dit jaar een vredesakkoord tot stand komt, zoals de Amerikaanse president Bush optimistisch beweert, betwijfelt de Israëlische diplomaat. „Het is maar de vraag of je überhaupt van een vredesakkoord moet spreken. Het zal meer de vorm van een raamwerk of een blauwdruk hebben. Een overeenkomst sluiten is trouwens niet zo moeilijk. Alles hangt echter af van de implementatie. Daar is politieke wil van beide partijen voor nodig. Als die niet aanwezig is, is zo’n akkoord niet meer dan een academische exercitie.”
Die politieke wil mag bij de huidige Israëlische regering wellicht aanwezig zijn, maar of het kabinet in dezen ook op de steun van de kiezer kan rekenen, valt te betwijfelen. Olmert wordt geplaagd door corruptieschandalen en de positie van zijn coalitie is uiterst zwak. „De enige manier om erachter te komen of de bevolking hier achterstaat, is door hen zich in verkiezingen te laten uitspreken. Zo simpel is het”, concludeert Kney-Tal nuchter.
Aan Palestijnse kant liggen de zaken iets gecompliceerder. De voorzitter van de Palestijnse Autoriteit en van de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO), Mahmud Abbas, is weliswaar de officiële gesprekspartner van Israël. Feitelijk heeft Abbas slechts de zeggenschap over een deel van de Palestijnen, aangezien de radicale Hamasbeweging in de Gazastrook de scepter zwaait en de meerderheid in het Palestijnse parlement bekleedt.
Een fors probleem, erkent ambassadeur Kney-Tal. „Hamas is maar op één ding uit: een islamitische Palestijnse staat, waarin geen plaats voor Israël is. De enige overeenkomst die Hamas wil sluiten is een zogenaamde ”hudna”, een tijdelijk bestand dat op elk gewenst moment weer kan worden verbroken.”
Vanuit Europa klinkt in toenemende mate de pragmatische oproep aan Israël om met Hamas te gaan praten. Kney-Tal: „Er is een tendens gaande om de ideologie van Hamas te bagatelliseren. Voor postideologische samenlevingen is het ook moeilijk te accepteren dat er plekken op de wereld zijn waar ideologie nog wél bestaat en een rol van betekenis speelt. Wat dat betreft verdient het Nederlandse buitenlands beleid een pluim. Den Haag begrijpt dat je de islamistische aspiraties van Hamas niet zo maar terzijde kunt schuiven.”
Hoewel Israël en de Palestijnen achter de schermen in Parijs blijkbaar de nodige vooruitgang boekten, kwam het niet tot een openlijke doorbraak aan het Syrische front. Sarkozy had op een persoonlijke ontmoeting tussen premier Olmert en de Syrische president Assad gehoopt. In plaats daarvan meden de Syriërs alle toespraken van de Israëlische delegatie. „Zogenaamd hadden ze daar allerlei ’technische’ redenen voor. Duidelijk was echter dat ze weigerden ook maar het kleinste gebaar te maken”, aldus de ambassadeur.
Eerder al verklaarde Damascus dat Syrië het komende halfjaar geen doorbraak in het -vooralsnog indirecte- overleg met Israël voorziet. Dat heeft alles te maken met de huidige Amerikaanse regering, die Syrië nog altijd tot de as van het kwaad rekent. „Het is de Syriërs niet alleen om een akkoord met Israël te doen”, legt Kney-Tal uit. „Zij verwachten een veel bredere uitkomst van een eventueel akkoord. Ze willen erkenning voor de ’speciale’ rol die ze in Libanon hebben gespeeld en eisen dat de Verenigde Staten hen van de zwarte lijst afhaalt. Bush heeft aangegeven dat hij daartoe niet bereid is. Tot die tijd heeft Damascus dus erg weinig belang bij een overeenkomst met ons.”