Opinie

Internet en cultuur

Steeds meer mensen kopen het kaartje voor een concert via internet. Inmiddels zijn de websites van een aantal concertgebouwen al zo ver dat de koper zelfs de stoel kan aangeven waar hij wil zitten.

14 July 2008 11:36Gewijzigd op 14 November 2020 06:06

Betaling gebeurt vervolgens natuurlijk ook via internet. Toch blijkt de digitale verkoop van kaartjes voor concert en theater ver achter te blijven bij bijvoorbeeld de digitale verkoop van reizen, of van elektronische producten. Dat komt niet omdat concertbezoekers hun plaatsje niet vooraf via internet willen reserveren, maar omdat veel concertgebouwen nog niet zo ver zijn.Bij musea en archieven ligt het nog een tikje anders; zij wíllen nog niet vooroplopen, lijkt het. Bij hen leeft een zekere terughoudendheid. Stel je voor dat zij zich op internet zo goed presenteren dat mensen genoeg hebben aan de informatie op de site en niet meer zelf op pad gaan. Dat zou nadelig zijn voor het fysieke museumbezoek, waardoor het museum inkomsten misloopt.

Het is defensief handelen dat slechts tijdelijk zal helpen. Beter kunnen de musea onderzoeken hoe ze via internet aanvullend kunnen zijn en de dingen daar juist anders doen. Anders gezegd: op internet dingen doen die ze fysiek, in hun museumgebouw niet kunnen doen. En bovendien proberen om ook via internet inkomsten te verwerven. Want daar liggen nog voldoende groeimogelijkheden.

Dat concludeert tenminste het Sociaal en Cultureel Planbureau, dat de groei onderzocht van het internetgebruik in de cultuursector. Daarbij ging het er niet alleen om hoeveel informatie op de websites van kunst en cultuur aanwezig is, maar vooral ook hoeveel gebruik mensen ervan maken. Het onderzoek strekte zich uit over de kunstensector, de culturele erfgoedsector, de bibliotheekwereld en de omroepsector. Algemene conclusies zijn dat internet als culturele informatiebron de krant inmiddels heeft ingehaald. De groei op internet is onmiskenbaar, maar blijft achter bij de ontwikkeling die in andere sectoren is te zien. Ten slotte blijkt dat het vooral jongeren en hoogopgeleiden zijn die gebruikmaken van internet.

Verder concludeert het SCP dat over het algemeen meer vrouwen dan mannen in cultuur zijn geïnteresseerd. Alleen voor archieven en archeologie hebben mannen meer belangstelling. Jongeren zijn oververtegenwoordigd bij de bezoekers van musea. Ouderen hebben meer dan jongeren belangstelling voor erfgoed en uitvoeringen van klassieke muziek.

Het zijn conclusies die nogal voor de hand liggen; we hadden het minstens kunnen vermoeden. Internet heeft zich op alle terreinen van het leven -ook cultureel- ingenesteld. Dat jongeren zo’n groot aandeel hebben in cultuurdeelname ligt niet zozeer aan hun toenemende belangstelling voor bijvoorbeeld klassieke schilderkunst, maar aan het downloaden van (moderne) muziek en het spelen van games.

Door de verspreiding van breedbandinternet en de toename van inhoudelijke informatie is het bekijken van beeld- en geluidmateriaal in opkomst. Daarbij zullen ook ouderen zich hoogstwaarschijnlijk niet onbetuigd laten.

Internet wordt nu vooral gebruikt als informatiemedium. In de toekomst gaan mensen het web steeds meer gebruiken voor ontspanning, persoonlijke ontwikkeling, communicatie en deelname aan community’s, voorspelt het SCP. Maar internet zal de beleving van het museum nooit kunnen vervangen.

Verder blijft cultuur, ook op internet, vooral een zaak van ouderen en hoger opgeleiden; elitair dus. En het aantal ouderen neemt toe, de deelname aan cultuur groeit dus ook. Maar het is tegelijk een vergrijzing. Het lukt dus nog steeds niet om een groter aantal mensen -niet jong of oud en niet hoogopgeleid- te interesseren voor de goede kanten van cultuur.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer