Donner neemt subtiel afstand van Remkes’ rotschop
„We moeten niet te overmoedig zijn.” Hij noemde zijn naam niet, maar minister Donner van Justitie doelde op zijn ambtgenoot Remkes van Binnenlandse Zaken, die vorige week in het Algemeen Dagblad liet weten dat hij de belagers van René Steegmans in Venlo „een gigantische rotschop” zou hebben gegeven.
Tijdens een debat in de Tweede Kamer over deze uitspraak nam Donner dinsdag op subtiele wijze afstand van de naast hem zittende Remkes (VVD). Donner vindt het, in tegenstelling tot Remkes, niet verbazingwekkend dat omstanders in Venlo niet ingrepen. „We moeten de mensen die er bij stonden niet veroordelen”, stelde Donner. „Ik weet zelf ook niet wat ik gedaan zou hebben.” Na de waarschuwing van de CDA-minister van justitie voor te veel overmoed, roffelden veel Tweede-Kamerleden instemmend op de bankjes.
Vlak voor Donners terechtwijziging had Remkes SP-fractieleider Marijnissen nog uitgedaagd. Marijnissen vroeg zich af of Remkes wel het lef zou hebben gehad om daadwerkelijk in te grijpen als hij getuige zou zijn geweest van het geweld tegen Steegmans. „Misschien moeten we de proef op de som nemen”, hield Remkes Marijnissen voor.
Remkes en Donner zijn beiden van mening dat zich situaties kunnen voordoen waarin geweld noodzakelijk is om een eind te maken aan geweld. Regels zijn daar niet voor te geven. Dat moet ieder individu zelf beoordelen. Vuistregel is dat het gebruikte geweld „redelijk en proportioneel” moet zijn, aldus Donner. In veel gevallen kan worden volstaan met het bellen van het alarmnummer 112 of hard schreeuwen.
Remkes kondigde aan dat hij de campagne ’Weet wat je te doen staan als het om geweld gaat’ tegen het licht gaat houden. Misschien moet die worden verduidelijkt. „Wie die campagne opvat dat verder gaan dan 112 bellen niet mag, heeft de folder niet goed gelezen”, aldus Remkes.
De demissionaire vice-premier zou zich geen zorgen hebben gemaakt als hij de „gigantische rotschop” zou hebben uitgedeeld. „Ik had een proces met vertrouwen afgewacht.”