De man stond vrijdag terecht bij de Haagse rechtbank. Hij wordt ervan beschuldigd zijn rundvee medische zorg te onthouden en het bedorven kuilgras als voedsel te geven. Ook zou hij kadavers niet opruimen, het vee niet oormerken en verschillende overtredingen op het gebied van milieuvergunningen begaan hebben.Voor deze reeks overtredingen eiste justitie een werkstraf van 240 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van vijf maanden. De man belandt in de gevangenis als hij binnen de proeftijd van twee jaar opnieuw runderen voor zijn boerderij aanschaft.

De veehouder raakte in december vorig jaar zijn 165 runderen definitief kwijt. Het openbaar ministerie nam de dieren in beslag en ging over tot verkoop. Justitie wil dat de opbrengst van 61.000 euro verbeurd wordt verklaard.

De inbeslagname van het vee is niet de enige tegenslag voor de veehouder. De man kampt met financiële problemen en kan zijn boekhouder niet meer betalen. Daardoor zijn er geen jaarstukken en heeft de Belastingdienst ambtshalve een aanslag van 150.000 euro opgelegd. Om betaling zeker te stellen, heeft de fiscus beslag gelegd op de grond.

De boer ziet zichzelf als slachtoffer van de Algemene Inspectiedienst (AID), die het op zijn bedrijf gemunt zou hebben. De man ontkende dat hij zijn dieren slecht verzorgde. Hij zei dat hij „zeer op de koeien was gesteld en deze op zijn bedrijf oud liet worden.” De oude koeien zouden er vanwege hun leeftijd minder goed uitzien.

Ook ontkende de man dat het kuilgras van slechte kwaliteit was. De boer kreeg bijval van een veearts, die zei dat het bedrijf weliswaar geen voorbeeldboerderij was, maar geen dramatische indruk op hem maakte.

De advocaat van de veehouder pleitte voor vrijspraak van de verwaarlozing van de runderen. De dieren zouden goed voer krijgen en geen groeiachterstand hebben. De gedwongen verkoop zou een wraakneming zijn nadat de AID eerder in april vorig jaar meer dan zestig runderen in beslag had genomen en deze had moeten teruggeven. „Er is een stok gezocht om mee te slaan”, hekelde de advocaat de handelwijze van de AID.

Uitspraak volgt over twee weken.