Palestijns parlement ‘bijeen’
Palestijnse parlementariërs zijn, voorzover niet door de Israëli’s gevangen gezet of geweerd van vergaderplaatsen, dinsdag bijeengekomen. Ze moeten vertrouwen schenken aan een nieuwe regeringsploeg.
Een deel is in Ramallah op de Westelijke Jordaanoever en een deel is in Gaza bijeen. Onderling contact verloopt via tv-schermen.
Maandag werd de zitting van de Palestijnse Wetgevende Raad (parlement) opgeschort omdat de Israëli’s verhinderden dat twaalf parlementsleden en een minister naar de zitting gingen.
De Palestijnse president Yasser Arafat zal de circa 85 volksvertegenwoordigers vragen hun vertrouwen uit te spreken in zijn nieuwe kabinet van negentien leden. Hij presenteerde vier nieuwe ministers: Hani Hassan (Binnenlandse Zaken), Zuhair Sourani (Justitie), Hisham Abdelrazak (Zorg voor de Palestijnse gevangenen in een Israëlische cel) en Ahmed Shibi (Gezondheidszorg).
Hassan is een oude strijdmakker van de Palestijnse leider en zit in de leiding van al Fatah, de beweging van Arafat. Geen van de vier nieuwe kabinetsleden staat erom bekend dat zij de door vele Palestijnen gewenste hervormingen in het Palestijnse bestuur voorstaan. De andere vijftien kabinetsleden maakten al deel uit van het vorige kabinet.
Het vorige kabinet trad in september af toen bleek dat de Wetgevende Raad een motie van wantrouwen zou gaan aannemen. Arafats regeringsploeg werd zowel onder Palestijnen als elders zwaar bekritiseerd wegens de onmacht iets te verrichten en wegens corruptie. Op 25 september wilde Arafat een nieuwe ploeg presenteren, maar hij werd toen opnieuw beschoten en belegerd in zijn zwaar beschadigde onderkomen in Ramallah.
Arafat pleitte in zijn openingstoespraak voor „verzoening” met Israël en veroordeelde aanslagen op burgers. „Ik reik de hand van verzoening aan de Israëliërs om het vredesproces dat in 1991 in Madrid begon weer op te pakken. Wij willen met jullie als buren leven. Laten wij afspraken maken voor de veiligheid die wij wensen, die jullie wensen, voor onze gemeenschappelijke veiligheid”, zei Arafat over de hoofden van de parlementariërs heen tot de Israëliërs.