Staatsloterij
Kinderen hebben, gemiddeld genomen, een paar wensen: brandweerman worden (of piloot), groot en sterk zijn én rijk worden. De eerste aspecten verdwijnen met het klimmen der jaren vanzelf naar de achtergrond, het laatste punt valt kennelijk minder gemakkelijk weg te poetsen. Bezit vergroot aanzien en status, geld maakt onafhankelijker en vrijer.
In dat licht is de opwinding rond de trekking van een winnend nummer in de Staatsloterij wel te verklaren. De zogenoemde jackpot is in de loop van de tijd uitgegroeid tot een bedrag van 25 miljoen euro. Voor velen een aantrekkelijk bedrag, gezien de 6,2 miljoen verkochte loten.Rijen dik stonden de gelukszoekers de afgelopen dagen voor de kassa’s van de verkooppunten van staatsloten. De ene winkel was nog populairder dan de andere. In Zwolle gaat een middenstander als de ”Geluksmakelaar” door het leven, omdat loten uit zijn toko nog al eens prijswinnend blijken te zijn.
Uit interviews wordt duidelijk in wat voor droomwereld veel mensen leven. Niemand zegt te rekenen op de hoofdprijs, maar nagenoeg iedere ondervraagde heeft wel een rijtje wensen paraat, mocht het megabedrag onverhoopt toch worden bijgeschreven op de bankrekening.
De antwoorden doen niet zelden bijna kinderlijk aan: direct stoppen met werken, een wereldreis maken, alleen nog maar leuke dingen doen, een boot kopen. Als niet wordt tot iet, dan kent iet zichzelve niet. Een dergelijk gezegde komt dan zomaar bovendrijven. Hoezo niet meer werken? Waarom alle bestaande (sociale) structuren overboord gooien, alsof die niet veel houvast bieden?
De Staatsloterij heeft een team aan financieel adviseurs en psychologen klaarstaan om kersverse multimiljonairs bij te staan. Dat is veelzeggend. Hoezo vrijheid? Het is maar zeer de vraag of de persoon die gisteren het winnende lot bleek te bezitten, zich op dit moment een onafhankelijk mens voelt. Een ochtendkrant drukte een artikel af over een Schotse mevrouw, die vorig jaar omgerekend 44 miljoen euro won in een loterij. Per week ontving ze sindsdien evenveel aan rente als dat ze met haar baan bij de posterijen op jaarbasis verdiende. Maar gelukkig? Verre van dat.
De Stichting Loterijverlies wil de Staatsloterij dagvaarden omdat de laatste de consument -onder meer- niet zou hebben beschermd tegen gokverslaving. De stichting heeft daarmee een punt. Tegenover een handvol winnaars staan hele hordes verliezers. De meesten zullen loten kopen van hun rijkdom -wat het veelgehoorde geklaag over de financiële moeiten van het dagelijkse leven in een wat vreemd daglicht plaatst- maar er zijn ook veel mensen die zich met loterijen en gokspellen nog dieper in de nesten werken. Het is triest dat dit mogelijk is, zelfs met door de overheid gelegaliseerde praktijken.
Het argument dat grote delen van opbrengsten van loterijen naar goede doelen gaan, is ook niet houdbaar. Wie echt geen dollartekens in de ogen zegt te hebben, kan zijn geld beter rechtstreeks overmaken naar zendingsinstanties en hulporganisaties. Dat is in Bijbels licht verantwoord: de linkerhand vooral niet laten weten wat de rechter doet.