Albert Heijn was in 2003 in enkele filialen begonnen btw-bedragen die op een 5 eindigen naar beneden af te ronden in plaats van naar boven. „Anders rond je steeds vijf cijfers naar boven af en vier naar beneden”, aldus een jurist namens Albert Heijn gisteren. „Per saldo betaal je als klant meer dan de wettelijke 6 of 19 procent btw. Dat kan toch niet de bedoeling zijn.”De Belastingdienst kwam direct in actie tegen de proef van AH. De dienst nam snel een uitvoeringsbesluit dat winkeliers de 5 steeds naar boven moeten afronden. De inspecteur en Albert Heijn twisten sindsdien bij de Hoge Raad over de manier van afronden. De rechtszaak hierover belandde uiteindelijk bij het Europees Hof van Justitie in Luxemburg.

De hoogste rechters van de EU bepaalden donderdag dat er geen EU-regels zijn die landen verplichten het bedrag van de btw per artikel naar beneden af te ronden. Nederlands mag dus winkeliers verplichten naar boven af te ronden.

De Hoge Raad moet nu over enkele maanden de zaak definitief afhandelen. Albert Heijn hoopt daar de afrondingsregels alsnog onderuit te halen met een procedureel verweer. „Wij zeggen dat de fiscus het afronden niet had mogen bepalen met een uitvoeringsbesluit, maar dat dat bij wet had gemoeten.”

Als de supermarktketen daar gelijk krijgt, hoopt het dat de Tweede Kamer alsnog tot de voordeliger afronding besluit. Voor alle klanten samen kan het om een flink bedrag gaan.

Albert Heijn begon bij de proef ook de btw af te ronden per artikel in plaats van per kassabon. Deze regeling is inmiddels gemeengoed geworden. Tussen AH en de fiscus was daarover geen geschil, hoewel de Hoge Raad er wel vragen over stelde aan het Europees Hof.