Angst voor terreur hangt boven Bali
Taxi’s en toeristenbusjes rijden af en aan. Onder de palmbomen rond het strand van Kuta klinkt harde housemuziek. Hier in het vakantieparadijs Bali komen Japanse meisjes, Australische families en jonge Nederlanders samen om te ontspannen.
Maar de twee Balinese rechercheurs op het strand zijn minder ontspannen. Ze lopen behoedzaam in burgerkleding langs een bord waarop ”Dutch snacks” zoals frikadellen worden aangeboden. Ook op Bali is de politie sinds vorige week extra alert. Op 1 juli arresteerden leden van antiterreureenheid ”Detasemen 88” zeker tien terreurverdachten in Palembang, Zuid-Sumatra.Het zouden kompanen zijn van de voortvluchtige terrorist Noordin Top en ze zouden banden hebben met Jemaah Islamiyah (JI). Deze Zuidoost-Aziatische terreurorganisatie wordt verantwoordelijk geacht voor een lange reeks aanslagen. Op 12 oktober 2002 vonden in Kuta meer dan 200 jonge mensen, onder wie 4 Nederlanders, een gruwelijke dood toen twee zware bommen in de cafés Sari Club en Paddy’s explodeerden. Leden van Jemaah Islamiyah eisten de verantwoordelijkheid op en praatten na hun arrestatie trots over het bloedbad.
Op 1 oktober 2005 was het opnieuw raak. Ditmaal kwamen twintig mensen om in twee bomaanslagen van drie zelfmoordterroristen. Nu, na de recente arrestaties in Sumatra, vreest de Indonesische politie voor mogelijk nieuwe aanslagen. „Houd je buren in de gaten. Rapporteer alles dat ongewoon is en blijf alert”, was de boodschap van Jakarta’s gouverneur Fauzi Bowo vorige week.
De schrik zit erin bij Indonesiërs en westerlingen in Bali en Jakarta. Op Bali arriveren wekelijks duizenden toeristen. Woensdag vonden de eerste directe gouverneursverkiezingen van het hindoe-eiland plaats. De dreiging van een nieuwe aanslag hing er als een donkere wolk boven.
„Iedereen kan zich de bomaanslagen herinneren”, vertelt Made uit Buleleng, een plaats in Noord-Bali. Hij werkt al jaren in hoofdstad Denpasar, de afgelopen weken het toneel van een harde verkiezingsstrijd.
De winnaar van de strijd om het gouverneurschap is vooralsnog gepensioneerd politiegeneraal I Made Mangku Pastika. Hij richtte zijn verkiezingscampagne volledig op de veiligheid van het eiland. Niemand anders kan beter bescherming tegen terrorisme garanderen dan de voormalige politiecommandant, die een succesvol onderzoek ondernam naar de daders van de eerste Baliaanslag en die samenwerkte met de FBI en de Australian Federal Police (AFP).
Afgelopen maand beloofde Pastika de Balinese kiezers een internationaal veiligheidssysteem om nieuwe aanslagen te voorkomen. Hij presenteerde zich als een bestuurder van de harde lijn die de strijd tegen het Indonesische terrorisme kan winnen. De arrestatie van de terroristen in Zuid-Sumatra en de zoektocht naar topterrorist Noordin Top en de in Singapore ontsnapte Mas Selamat Bin Kastari, bewijzen dat deze strijd in alle hevigheid voortduurt.
Maar niet alleen deze terreurdreiging is een bron van onrust voor de Balinese bevolking. De grootste doorn in het oog is de constant uitgestelde executie van de terroristen Amrozi, Imam Samudra en Ali Gufron, de hoofddaders van de eerste bomaanslag op Bali.
Televisiezenders tonen regelmatig beelden uit van gezellige gebedsbijeenkomsten en familiebezoeken van het terroristentrio in de zwaarbewaakte gevangenis Nusakambangan in Centraal-Java. Onlangs probeerde de immer glimlachende terrorist Amrozi zelfs een tweede vrouw te trouwen. Veel Balinezen koken van woede door de constante stroom van deze markante nieuwsreportages uit het overwegend islamitische Java.
„Wanneer voltrekken ze die executie nou eens. Onze regering in Jakarta is waardeloos.Waar wachten ze op?” vraagt de 23-jarige Ketut uit Denpasar aan zijn collega’s in een van de vele cafés in het toeristische Kuta. In hun gesprekken over terrorisme tonen de bewoners van hoofdstad Denpasar hun diepe verontwaardiging: „Waarom doet de regering in Jakarta zo weinig aan de mannen die ons eiland aan de bedelstaf brachten, toen na de bom toeristen massaal ons eiland ontweken?”
In Kuta’s hoofdstraat Jalan Legian herinnert een groot monument alle toeristen aan de gruwelijke bomaanslag. De namen van 88 jonge Australiërs staan er naast de namen van 35 Indonesiërs, van wie de meesten Balinese namen dragen.
Vierhonderd meter verder is het café Dutch Inn. Het oer-Hollandse dranklokaal is eigendom van het Rotterdamse echtpaar El en Jerry. Twee jaar geleden besloten ze op het eiland hun café te openen. Hun manager Kati uit West-Java praat met genoegen over haar nuchtere werkgevers. „Hier zijn alle mensen gewoon op vakantie. We zijn niet zo snel bang voor die terroristen”, vertelt ze ontspannen.
Toch stonden de bewoners in haar omgeving dinsdag nog doodsangsten uit door een plotse explosie. Het bleek echter om een fles geperste lucht te gaan in een duikwinkel in Kuta. Maar de schrik zat er goed in.
Kati ging de volgende dag naar het stemlokaal in haar buurt. „Ik stemde toch maar voor Pastika. Want hij is het beste voor de veiligheid van ons eiland.”