„Verklaar bond niet-ontvankelijk in legionellazaak”
De Consumentenbond moet niet-ontvankelijk worden verklaard in de rechtszaak over de aansprakelijkheid voor de legionellaramp op de Westfriese Flora van 1999.
Dat stelden de vier gedaagde partijen gisteren voor de rechtbank in Alkmaar in de slotzitting van de bodemprocedure. De rechtbank doet op 12 december uitspraak.
De Consumentenbond begon, namens 242 slachtoffers en nabestaanden van de ramp, ruim twee jaar geleden een bodemprocedure. Doel hiervan is duidelijk te krijgen wie verantwoordelijk kan worden gesteld voor de uitbraak van de veteranenziekte (veroorzaakt door de legionellabacterie) op de Westfriese Flora van 1999. In totaal stierven 32 bezoekers aan de gevolgen van die uitbraak. Volgens de Consumentenbond zijn de Nederlandse staat, de bubbelbadverkopers en de organisatie van de Westfriese Flora verantwoordelijk. Alle partijen wijzen tot nu toe elke vorm van aansprakelijkheid van de hand.
Tijdens de slotzitting stelden de advocaten van de gedaagden dat de bond niet-ontvankelijk is, omdat het hier voornamelijk om individuele belangen gaat. Zodra namelijk een partij aansprakelijk is gesteld, kunnen slachtoffers bij die partij een claim indienen voor geleden schade. Het verweer van de bond is dat hij juist bij uitstek gemachtigd is namens een groep een collectieve actie te voeren. Daarbij gaat het in dit geval niet om financiële tegemoetkoming, maar enkel om de aansprakelijkheidsvraag.