Bedrijven volgen Brazilië met argusogen
De nieuwe Braziliaanse president Luis Inácio ”Lula” da Silva wil flink hervormen. De voormalige fabrieksarbeider komt op voor de armen en is van huis uit antikapitalist. ABN Amro, Ahold en ING, de Nederlandse bedrijven met de grootste belangen in Brazilië, volgen zijn stappen nauwgezet.
„Lula moet nog veel doen om het vertrouwen van de financiële markten te herwinnen”, zegt R. Drijkoningen van ING. „De stabiliteit van de economie moet ook in politieke zin worden hersteld”, vindt woordvoerder J. van de Laarschot van ABN Amro.
Het vaderlandse kapitaal heeft de race om het presidentschap met argusogen gevolgd. Niet zonder reden. ABN Amro haalt 15 procent van haar inkomsten uit Brazilië. Het concern is eigenaar van de op vier na grootste bank van het Zuid-Amerikaanse land, die 810 kantoren en 5 miljoen klanten heeft.
ING heeft een belang van 49 procent in de Braziliaanse verzekeraar Sul America. Samen beheren ze een vermogen van 2,67 miljard euro en hebben ze 7 miljoen klanten in verzekeringen en pensioenen. ING belegt ook veel geld namens andere fondsen in Brazilië. Ahold heeft 150 winkels, die samen een omzet van 1,2 miljard euro draaien.
Ondanks het enorme groeipotentieel ging het de laatste maanden slecht met de Braziliaanse economie. Het land kampt met een buitenlandse schuld van 260 miljard euro en de nationale munt, de real, kelderde dit jaar met 40 procent. De kloof tussen arm en rijk is immens. Ongeveer 50 miljoen van de 170 miljoen Brazilianen leven in armoede.
Lula beloofde de kiezers te breken met het voorzichtige beleid van zijn voorganger Fernando Cardoso. Hij wil miljoenen banen scheppen voor de armen en de buitenlandse schuld aflossen. Maar voor zijn ambitieuze sociale projecten is weinig geld. Buitenlandse investeerders uitten zware bedenkingen tegen zijn plannen.
ING, ABN Amro en Ahold willen niet zeggen of ze hun beleid wijzigen. Het stelt de Nederlandse concerns wel gerust dat Lula de laatste weken minder radicale taal uitslaat. „We hebben vertrouwen in de regering. Belangrijke vragen zijn nog welk financieel team Lula formeert en of hij de afspraken met het Internationaal Monetair Fonds (IMF) respecteert”, zegt Van de Laarschot.
De nieuwe president is in feite gebonden aan het IMF. In ruil voor een krediet van 30 miljard dollar moest Brazilië beloven dat het de komende jaren exclusief rentebetalingen op schulden een begrotingsoverschot van minstens 3,75 procent realiseert. Lula zegde vlak voor de verkiezingen toe dat hij met het IMF wil samenwerken. Dat zorgde voor wat rust op de financiële markten. De koers op de effectenbeurs steeg binnen een week met 20 procent.
„De marges waarbinnen Lula kan werken zijn door de IMF-afspraken smaller dan hij had gehoopt”, zegt R. Drijkoningen, binnen ING verantwoordelijk voor beleggingen in Brazilië. „Hij zal eerst voor een stabiele economie moeten zorgen voordat hij een sociaal beleid kan voeren.”
Of economisch herstel spoedig volgt, is volgens de ING’er zeer de vraag. „Zeker als je de niveaus ziet waartegen geleend moet worden. De centrale bank hanteert een kortetermijnrente van 21 procent. De rente op de dollar is ook torenhoog, 2000 basispunten boven Amerikaanse staatsleningen. Daar kan het land niet op blijven draaien”, meent Drijkoningen.
Hij ziet wel positieve signalen. „De situatie is nu wat stabieler. Lula heeft twijfels weggenomen over zijn fiscale en monetaire beleid. Maar hij moet nog veel veranderen, wil het tij keren. Brazilië mag dan een groeimarkt zijn, het is nog lang niet op het niveau van landen als Mexico, Polen en Hongarije.”