Strijd in Centraal-Afrikaanse Republiek duurt voort
In de hoofdstad Bangui van de Centraal-Afrikaanse Republiek woedden maandag voor de vierde opeenvolgende dag gevechten tussen aanhangers van president Ange-Felix Patasse en muitende volgelingen van de ontslagen legercommandant generaal Franüois Bozize.
Er werd geschoten met mortieren en automatische geweren. Betrouwbare berichten over slachtoffers ontbreken. Tienduizenden inwoners van het noordelijke deel van Bangui zijn hun huizen ontvlucht. De straten in de hoofdstad lagen er verlaten bij.
Patasse heeft Bozize beschuldigd van een mislukte poging tot staatsgreep in november vorig jaar. De generaal week uit naar Tsjaad voordat de regering hem kon arresteren. Hij verhuisde enkele weken geleden naar Frankrijk, maar zou nu weer in Tsjaad zitten. De Franse regering heeft zondag haar steun uitgesproken voor de autoriteiten in de Centraal-Afrikaanse Republiek en de rebellen opgeroepen de wapens neer te leggen.
Bozize deed zondag een oproep aan Patasse om een dialoog te beginnen met „de gehele oppositie”. Hij zei dat de regering al acht jaar verbeteringen belooft, maar dat de corruptie alleen maar erger wordt. Ook zei hij dat zijn volgelingen niet tegen leden van de Centraal-Afrikaanse strijdkrachten vechten, maar tegen Libische en Congolese huurlingen van Patasse.
Op haar beurt beweert de regering dat de opstandelingen in werkelijkheid Tsjadiërs zijn. Volgens een woordvoerder van de Tsjadische president Idriss Deby hoeft dat geen verbazing te wekken, want „Tsjadiërs zijn overal aan weerszijden van de grens. Er zijn zelfs Tsjadiërs onder de veiligheidstroepen van Patasse”.