Het conflict tussen radicale moslims, hindoes en Indiase politietroepen kostte in een week tijd zes mensen het leven; honderden raakten gewond.Azad bood zijn ontslag aan nadat een belangrijke partij van zijn regeringscoalitie was opgestapt uit protest tegen de manier waarop de regering de kwestie had afgehandeld. Later werd gezegd dat gouverneur Narinder Nath Vohra het ontslag had aanvaard.

De onrust begon toen de regering vorige maand 40 hectare grond overdroeg aan de Shri Amarnath Shrine Board, een stichting die de jaarlijkse pelgrimstocht naar de Amarnathgrot in de Kasjmirvallei organiseert. De grot heeft een ijspegel die door gelovige hindoes wordt aanbeden als een incarnatie van de god Shiva.

Moslims beschouwden de toewijzing van de grond als een poging tot hindoeïsering van de noordelijke Kasjmirvallei, waar moslims in de meerderheid zijn. Na ongemeen felle protesten besloot Azad het besluit terug te draaien. Dat leidde echter tot nieuwe protesten, dit keer in het zuidelijke Jammu, waar de hindoes in de meerderheid zijn.

Voor de Democratische Volkspartij waren de nieuwe protesten aanleiding haar steun voor de regerende Congrespartij in te trekken. Nu Azad ontslag heeft genomen krijgen andere partijen de kans een coalitie te vormen. Lukt dat niet, dan zullen de verkiezingen die voor oktober op het programma staan, waarschijnlijk worden vervroegd.

Het overwegend islamitische Kasjmir is verdeeld tussen India en Pakistan, maar wordt door beide landen opgeëist. Sinds 1989 strijdt een tiental radicale groeperingen voor onafhankelijkheid van Kasjmir of aansluiting van het Indiase gedeelte bij Pakistan. De strijd heeft inmiddels zeker 68.000 mensen het leven gekost.

De regio is het onderwerp van nog andere claims. Zo eist India gebieden ten noorden van Jammu-Kasjmir op die door China aan Pakistan zijn afgestaan, alsmede Aksai Chin dat door China wordt bezet.